
Münster wordt wel eens de meest Nederlandse stad van Duitsland genoemd. Andersom profileert Enschede zich als de meest Duitse stad van Nederland. Dergelijke slogans stammen uit zonnige tijden – van voor corona. Beide steden werken zelfs aan een stedenband.
Nu de coronacrisis aan beide kanten van de grens toeslaat, verandert de onderlinge band niet, merkt Markus Lewe, Oberbürgermeister van Münster. “Integendeel, we voelen diepe verbondenheid met elkaar. Juist nu”, vertelt hij aan de telefoon tegen Duitslandnieuws.
Om die verbondenheid uit te leggen, wil hij graag eerst de achtergrond schetsen. Dat beide steden in diverse bestuurslagen de afgelopen jaren steeds meer met elkaar gaan samenwerken. Van economie, verkeer, onderwijs, cultuur tot aan veiligheidsvragen. “Ik denk dat ik met Enschede nog vaker overleg, dan met andere omliggende Duitse gemeenten”, zegt Lewe. “Onno van Veldhuizen en ik bellen of skypen bijna dagelijks.
De regio’s Twente en Münsterland willen voor 2050 toegroeien naar één bestuurlijk gebied, aldus de burgemeester. “Uiteindelijk moeten de nadelen van de grens verdwijnen, en de culturele verschillen en waarden worden behouden.”
Onderlinge vertrouwen tussen Enschede en Münster is groot
En dan duikt ineens het coronavirus op. De steden die hiervoor zo harmonieus samenwerkten, hebben plots te maken met verschillend beleid dat ze respectievelijk uit Berlijn, Düsseldorf en Den Haag opgelegd krijgen. “Maar als je op zoveel terreinen al zo goed samenwerkt, dan zit het wel goed met het onderlinge vertrouwen.”
Toch is dat niet vanzelfsprekend. In de begindagen van de coronacrisis ontstond er bij diverse Duitse grensgemeenten onrust over de Nederlandse aanpak, vertelt Lewe. “Waar in Duitsland al beperkende maatregelen werden ingevoerd, waren in Nederland bijvoorbeeld de terrassen nog open. Er was bezorgdheid dat er zo een achterdeur werd gecreëerd waardoor het virus alsnog makkelijk bij ons kon komen.”
Die onrust deed de alarmbellen afgaan bij de beide burgemeesters die daarop elkaar direct belden. “Het laatste wat je in een crisis kunt gebruiken, is een asymmetrische aanpak aan de grens. We hebben meteen overlegd wat er aan de verschillen gedaan kon worden. Zo voorkom je dat de tegenstellingen groter worden.”
Een volgende stap was om samen met de premier van Noordrijn-Westfalen Armin Laschet een taskforce instellen die de grensproblemen aanpakt tussen Duitsland, Nederland en België. “Ons eerste doel was het voorkomen van het sluiten van de grens. Daarna kan je overleggen hoe je andere problemen kunt voorzijn, zoals een gebrek aan bepaalde medische middelen.”
Ongecompliceerd communiceren van levensbelang
Daarom was het voor Lewe ook vanzelfsprekend om direct positief te reageren op het verzoek vanuit Enschede om wanneer nodig coronapatiënten op te nemen uit Nederland. “We helpen waar nodig en wanneer we dat kunnen. Natuurlijk moet dat wel in overleg met de regering in Noordrijn-Westfalen en Berlijn.”
Van begin af aan was Enschede betrokken bij de crisisaanpak in Duitsland. “Een paar weken geleden – toen dat nog kon – was Van Veldhuizen samen met zijn veiligheidsmensen al aanwezig bij de crisisstafvergadering van alle Landkreisen in het noorden van Noordrijn-Westfalen.”
Ook die vroege betrokkenheid is belangrijk voor de omgang met de crisis nu, zegt Lewe. “Ongecompliceerd communiceren is ontzettend belangrijk.” Als twee landen stuit je snel op verschillende systemen en een andere strategie. “Dan gaat het er even niet om wie gelijk heeft. Je moet eerlijk en open bespreken waar de verschillen zijn, zonder elkaar te beschuldigen. Dan kan je het beleid op elkaar afstemmen.”
De korte lijntjes die er al voor crisistijd waren, blijken nu hun waarde te bewijzen, aldus de burgemeester. “In noodsituaties kan elke seconde tellen. Dan moet je elkaar begrijpen.”
Ook Münster bereidt zich op het ergste voor
Door de corona-uitbraak is er ineens ook aandacht voor de verschillen in capaciteit op de intensive-care-afdelingen in beide landen. Per 100.000 burgers heeft Nederland intussen ongeveer 10 bedden beschikbaar, in Duitsland zijn dat er 34. “Duitsland is daarin een uitzondering met andere landen. In normale tijden zijn er ook niet zoveel bedden nodig, maar nu dus wel.”
Het is een van de redenen dat Duitsland corona-patiënten invliegt uit Italië en Frankrijk om de ziekenhuizen daar te ontlasten. In Münster zijn nu drie patiënten uit Nederland gearriveerd, inmiddels is duidelijk dat Noordrijn-Westfalen meer dan 100 IC-bedden beschikbaar heeft voor Nederlandse patiënten. “Vooral om te voorkomen dat er straks in Nederland te weinig bedden zijn.”
Ook in Münster gaat het inmiddels al anders dan gewoon, hoewel er nog plek genoeg is. “Een bizarre situatie, maar we hebben nu gevraagd om niet direct noodzakelijke ingrepen zoals heupoperaties uit te stellen.”
Verder wordt in kleinere ziekenhuizen in de regio die normaal gesproken geen IC hebben, gekeken of hier ook capaciteit kan worden gecreëerd. “Veel belangrijke basisinfrastructuur is er aanwezig. Via videoverbinding met onze universiteitskliniek kunnen we zo in absolute noodgevallen extra patiënten opnemen.”
Crisis als aansporing om nog meer samen te werken
Ondanks dat het einde van de crisis nog niet in zicht is, kijkt Lewe al verder vooruit. “Nu gaat 90% van ons overleg nog over de uitwerking van de maatregelen. Langzamerhand breekt de tijd ook aan om na te denken over hoe het straks verder moet.”
De burgemeester is ervan overtuigd dat de crisis kan laten zien hoe Duitsland en Nederland in de toekomst nog beter kunnen samenwerken. “We leren wat waardevol is. Dat de zorg een ondergrens heeft, bepaalde zaken kan je niet op bezuinigen.”
Maar ook voor de economie ziet hij veranderingen. “De huidige supply-chains zijn te complex, we blijken te afhankelijk van Azië te zijn.” Hij wijst op de tekorten aan tests en beschermende kleding. “Dat kunnen we ook hier binnen Europa organiseren. Ook op veel andere terreinen moeten we hier kritisch naar kijken.”
De crisis moet vooral ook een aansporing zijn om in de toekomst als Noordrijn-Westfalen en Nederland nog nauwer samen te werken, vindt de burgemeester. “We hebben een heel veerkrachtige samenleving. Dat kunnen we gebruiken voor de toekomst.”
Lees ook de interviews met:
- Peter Snijders, burgemeester van Zwolle
- Onno van Veldhuizen, burgemeester van Enschede