
Smartlab Aachen ontwikkelt sinds 2009 oplossingen om emobility te verbeteren, met name in de infrastructuur. De focus ligt daarbij op B2B-klanten. De achtergrond daarvan is dat het is opgericht door de gemeentewerken van steden als Osnabrück, Aken en Duisburg. Daarmee zijn de paralellen met het Nederlandse ElaadNL, dat als kennis- en innovatiecentrum is opgericht door de gezamenlijke energiebedrijven, vertelt Moritz Dickehage, projectingenieur bij smartlab Aachen.
De Duitsers, Nederlanders ontmoetten elkaar samen met experts van over de hele wereld bij ELaadNL in Arnhem. Plugfest was een congres over hoe de diverse systemen voor het opladen van elektrische auto’s makkelijker met elkaar kunnen communiceren. “Nederland en Duitsland kennen allebei een erg gefragmenteerde markt. We hebben beiden de behoefte aan roaming, het data uitwisselen zodat je straks overal kunt laden onafhankelijk van welk systeem of auto je hebt. En daarom hebben we elkaar nodig.”
Duits-Nederlands initiatief
De Nederlanders en Duitsers begrepen al snel dat dit een onderwerp was dat op zijn minst Europees moest worden aangepakt. Samen staan ze aan de basis van het E-clearing roamingplatform die dat moet bewerkstelligen. Hoe ingewikkeld dat is, blijkt al uit de verschillen tussen de twee buurlanden. “In Nederland is het heel normaal dat alle systemen met alle systemen moeten kunnen samenwerken. In Duitsland ligt dat iets anders.”
smartlab Aachen is namelijk niet de enige partij die zich bezighoudt met de standaardisering voor de laadpaleninfrastructuur. Vanuit de Duitse industrie is er ook het initiatief Hubject GmbH. “Daarin zie je al dat er verschillende belangen spelen. Wij hebben het perspectief van de steden en energieleveranciers, zij meer de grote fabrikanten.”
Voor Dickehage is samenwerking met Nederland vanzelfsprekend. “Jullie zijn verder in dit thema omdat de politiek eerder erkend heeft dat emobility gestimuleerd moet worden. Dus wij kunnen veel leren van de ervaring uit Nederland. Het is dus mooi dat we sterke merken uit Nederland konden aansluiten op ons platform.”
De onderlinge samenwerking verloopt nu uitstekend, merkt hij. “We hebben dezelfde visie en energiebedrijven hoeven elkaar onderling niet te beconcurreren zoals autofabrikanten. Daardoor kan je heel constructief samenwerken.”
Ook rond nieuwe toepassingen van slimmer omspringen met energie gaat dat goed, merkt de ingenieur. “ElaadNL heeft veel praktische ervaring met Smart Charging, dat kunnen ze inbrengen nu Duitsland ook met de regulering begint.” Het leidt ertoe dat experts van ELaadNL hun visie mogen presenteren op het ministerie van Economische Zaken in Berlijn.
Software verbeteren om systemen met elkaar te laten communiceren
Voor Dickehage was het Plugfest bij ELaadNL daarom een mooie gelegenheid om internationaal de zogenaamde interoperabiliteit, de standaardisering, te verbeteren. Ingenieurs van zo’n beetje alle autofabrikanten en laadpaalfabrikanten testten gezamenlijk hun systemen op elkaar. “Het leek wel een beetje een datingshow.” De ingenieur uit Aken was er om de protocollen voor deze communicatie tussen laadpaal en stekkerauto te bespreken.
Een vrij complex proces, want er komt veel meer bij kijken dan enkel te testen of de stekker past. “Communiceert de auto met de laadpaal en hoe gaat het vervolgens met de data uit de backend?” Om te waarborgen dat dit veilig gebeurt, bestaan er weer veiligheidscertificaten die vervolgens ook weer bij elkaar moeten passen. Het gaat hier om de ontwikkeling van de verbeterde standaard voor de communicatie tussen e-auto’s en laadpalen, de ISO-15118.
Dickehage maakt het duidelijk met het voorbeeld van een klant die een e-auto koopt. “In die auto zit een certificaat waarmee je gaat naar je stroomleverancier die ook weer een certificaat heeft.” Wat gebeurt er vervolgens wanneer de auto van eigenaar wisselt, of wanneer de bezitter een andere stroomleverancier neemt? “Daarom hebben we een pool gemaakt waar die certificaten samen komen.”
Smartlab Aachen blij met goede contacten in Nederland
In Duitsland is Aken inmiddels uitgegroeid tot een hotspot rondom emobility. Dat heeft volgens Dickehage te maken met de Technische Hogeschool die veel onderzoek doet naar elektrische mobiliteit, batterijen en laadinfrastructuur. “Ik heb natuurlijk een gekleurde mening, maar de Stadtwerke in Aken hebben vroeg gezien dat emobility voor hen een nieuw verdienmodel kan vormen in de toekomst.”
Hierdoor is Aken in Duitsland voor veel steden een aanspreekpunt geworden in vraagstukken rond emobility. “Maar in Hamburg, München en Berlijn zie ik ook goede voorbeelden ontstaan.” Het smartlab Aachen zelf was er ook vroeg bij. Sinds de oprichting in 2009 heeft het kennisinstituut 170 gemeentewerken weten te verzamelen. “En we werken in het kader van onderzoeksprojecten veel samen met universiteiten, waaronder uit Nederland.”
Als het aan Dickehage ligt wordt de samenwerking met Nederland alleen nog maar uitgebreid. “We hebben het tot nu toe vooral over de ict-kant gehad, maar hardware is ook erg belangrijk.” Zeker nu de trend smart charging op gang komt, is de ervaring uit Nederland zeer gewenst in Duitsland, zegt hij. “Hier hoor ik nog te vaak mensen zeggen: dat duurt nog wel even, want dat kan nog helemaal niet. Bij ELaadNL op de parkeerplaats staan 20 palen waarvan er 18 geschikt zijn voor smart charging. Een van de twee palen die dit niet kan, komt van de grootste laadpalenfabrikant uit Duitsland.”
Dat de Nederlanders hierin voorop lopen heeft te maken met de Duitse industrie, zegt hij. “Fabrikanten willen vooral hun eigen systeem doorzetten, dat speelt in Nederland als open markt veel minder.” Dus wat als Duitse steden aankloppen bij Dickehage met vragen over smart charging? “Dan kunnen Nederlanders dat leveren en dan ben ik blij dat wij zulke goede contacten hebben.”
https://www.duitslandnieuws.nl/blog/2018/11/26/interoperabiliteit-is-geen-nederlands-of-duits-probleem-maar-een-internationale-uitdaging/