
Na de consumentenbeurs de Grüne Woche in Berlijn en de tuinbouw en sierteeltbeurs IPM Essen in januari. De vers voedselbeurs Fruit Logistica (8-10 februari) eveneens in de Duitse hoofdstad volgt de biologische vakbeurs Biofach in Neurenberg (15-18 februari).
Nederland goed vertegenwoordigd
De Biofach in Neurenberg bestaat sinds 1990 en is inmiddels uitgegroeid tot een beurs voor biologische levensmiddelen met 2.300 standhouders. Daarvan komen er 115 uit Nederland, een lichte stijging ten opzichte van voorgaande jaren. In totaal telt de Nederlandse biobranche zo’n 3600 bedrijven.
Toen Nederland in 2014 partnerland was, waren er 90 Nederlandse deelnemers. Het Nederlandse aandeel is dus vrij fors, zei directeur Bavo van den Idsert van brancheorganisatie Bionext destijds. “Zij staan daar natuurlijk niet alleen voor de Duitse markt, hier loopt echt de hele wereld van de biologische producten rond.”
- Bavo van den Idsert: Weet op wie je je richt wanneer je naar Duitsland exporteert
45% bioproducten naar Duitsland
Maar Duitsland is wel verreweg de belangrijkste handelspartner voor biologisch Nederland. Van de 850 miljoen euro jaaromzet in 2013 ging zo’n 45% de grens over naar Duitsland. Daarvan is de productgroep AGF (aardappels, groente en fruit) verreweg het grootst.
Tussen de 150 en 200 miljoen euro omzet kwam van AGF met als bestemming Duitsland. Daar achteraan komen de eieren en het vlees. Verder gaan er vooral grondstoffen als veevoer, granen en peulvruchten de grens over.
Snel groeiende sector
Nederlandse bedrijven hebben in 2014 voor 928 miljoen euro biologische landbouwproducten geëxporteerd. De omzet groeide met 100 miljoen euro, een stijging van 11% ten opzichte van 2013.
Van de producten die in Nederland geproduceerd worden, zijn de biologische kasgroenten de sterkste stijger van 43 naar 50 miljoen euro. In de periode 2008 tot en met 2013 zijn de binnenlandse consumentenbestedingen aan biologische producten in de belangrijkste verkoopkanalen gestegen van 500 miljoen naar bijna een miljard euro. Nederland hoort hiermee bij de snelle groeiers. De wereldwijde omzet van biologische producten komt boven de 80 miljard dollar uit.
Duitse boeren kunnen de vraag niet aan
Duitsland vormt binnen de biologische voedselbranche als de op één na grootste markt ter wereld na de Verenigde Staten met een handelsvolume van 7 miljard euro per jaar. Bioproducten worden goed en steeds beter verkocht, de Duitse boeren kunnen de vraag niet aan.
“De marktontwikkeling is wederom positief en dat is hoopgevend”, bevestigt Stefan Zwoll, voorman van de bond van ecologische levensmiddelen (BÖLW) tegenover Handelsblatt. “Maar de boeren kunnen de vraag niet bijbenen.”
Dure eisen
Reden daarvoor is de dure eis om biomassa voor vergistingsinstallaties. Het verbouwen van maïs voor het opwekken van stroom kost daardoor veel meer rendement dan bij graan of andere gewassen. Zeker als alles verbouwd wordt volgens de biologische eisen, klaagt Zwoll. Door de enorme toename van de biomassa zijn ook de pacht- en koopprijzen voor akkers gestegen. “We vechten om hectares, dat zie je overal in Duitsland.”
Daar bovenop komt dat de bio-boeren niet op de politieke eisen kunnen rekenen omdat deze steeds weer veranderen. Veel gangbare boerenbedrijven schrikken er voor terug om over te gaan op biologische landbouw, zegt Zwoll. Volgens hem is nu bijvoorbeeld volledig onduidelijk hoe de nieuwe agrarische politiek er in 2015 uit gaat zijn. De premies voor ombouwen van het bedrijf kunnen per deelstaat verschillen.
Bio moet geïmporteerd worden
Het gevolg: een steeds groter deel van de bio-producten moet geïmporteerd worden. Vooral omdat het aanbod in biologische winkels steeds veelzijdiger wordt. Van gember- en mangoyoghurt en pruimenketchup tot aan loempia’s en pure chocolade. Veel daarvan kan door Duitse boeren alleen al door het klimaat niet worden verbouwd. Daar tegenover stonden de hogere prijzen die boeren in 2013 kregen, in het bijzonder voor fruit en groente door de slechte oogst.
De Duitse productie groeit niet mee met de vraag, want veel boeren zien een overstap van gangbaar naar biologisch vanwege de onrendabele eisen niet zitten. En dus moet Duitsland bijna de helft importeren, waarvan veel uit Nederland. Zelfs als Duitse klanten de voorkeur geven aan producten uit de eigen regio. “Dat blijft een gevoelig onderwerp”, aldus Van den Idsert.
Omzet biowinkels groeit
Ook de tussenhandel mag niet klagen. “Wij groeien meer dan ooit, zowel de bestaande winkels als ook nieuwe”, zegt Elke Röder, directeur van het landelijk verband voor ‘natuurvoeding en natuurlijke producten’ BNN. De omzet in bio-winkels steeg afgelopen jaar met 10%. “Dat is de hoogste groei in 8 jaar”, vertelt Röder. Zelfs stadscentra worden intussen systematisch door bio-ketens als potentiële vestigingslocatie gezien.
Een andere impuls komt van de consumenten die rond de 30 jaar oud zijn. “We zien dat we steeds meer jongere klanten krijgen”, zegt Rode. Daarin laat zich ook een nieuwe eetcultuur zien. “Die moet bio en duurzaam zijn. En mensen hoeven ook niet meer per se elke dag vlees te eten. En vegetariërs eten meestal ook biologisch.”