
Edwin Bestebreurtje, is partner bij FIER Automotive uit Helmond. Het bureau bundelt de krachten van automotivespecialisten uit Nederland voor projecten in bijvoorbeeld Duitsland. Hij vertelde anderhalf jaar geleden over het opzetten van PIB-project E-Mobility Partners.
Even opfrissen, wat is een PIB-project ook alweer?
Dat is een driejarig programma dat je kunt zien als een lange handels- en innovatiemissie. Wij doen een Partners for International Business (PIB-project) speciaal gericht op elektrische mobiliteit in Zuid- en West-Duitsland. Dit zijn de regio’s waar de Duitse automotive-industrie van oorsprong sterk is en waar op het gebied van elektrische mobiliteit veel voorbeeldprojecten zich ontwikkelen.
Contacten en contracten
Jullie zijn nu net over de helft, wat is de tussenstand?
Je belt op een goed moment. We hebben vanmorgen overleg gehad met de Raad van Advies, een evaluatiemoment dus.
En?
De reacties zijn verschillend en dat is ook logisch. De partnerbedrijven die als eerste zijn ingestapt zijn erg enthousiast, zij hebben al behoorlijk veel meegemaakt. Goede contacten opgedaan, tot aan contracten getekend. Ook zijn er nog deelnemers die het gevoel hebben dat het nog maar net is begonnen, zij zijn later ingestapt. Negen bedrijven zijn er vanaf het begin bij, de rest van de in totaal 15 kwam later.
Als je het begin vergelijkt met nu, wat ben je wijzer geworden?
We zijn net 1,5 jaar bezig en dan moet je concluderen dat we echt nog een beginnend collectief zijn. Ik zeg altijd, in Duitsland moet je geduld hebben. En dat klopt ook. We merken nu pas dat de eerste inspanningen hun vruchten beginnen af te werpen. Organisaties als ElaadNL, Greenflux, Last Mile Solutions en Chargepoint bijvoorbeeld merken dat Duitse partijen hen steeds meer als serieuze partners zien voor laadinfrastuctuuroplossingen.
Een PIB is een soort lange handelsmissie. Hoe zijn jullie begonnen?
We zijn samen veel in Duitsland op pad geweest om kennis te maken. Najaar 2015 waren we in de regio Neurenberg waar we spraken met grote concerns als Schaeffler, daarna stonden we op een belangrijke beurs, de eCarTec in München, vervolgens was er eind 2015 een speciale bijeenkomst op de Nederlandse ambassade in Berlijn. Toen kwam in april 2016 de Hannover Messe met net daarvoor het koninklijk bezoek aan Beieren. Dat bezoek heeft ervoor gezorgd dat we zelf vorige maand weer op pad waren in Neurenberg en omgeving en net daarvoor ontvingen we een handelsmissie uit Baden-Württemberg in Brabant vanwege de intensieve samenwerking tussen beide regio’s.
Offline vertrouwen opbouwen
Mooi al die bezoeken. Maar wat levert zoiets nu echt op?
Je moet eerst kennismaken, ruiken aan elkaar. Je kunt tegenwoordig iedereen wel vinden op internet. Maar vertrouwen bouw je pas op na een aantal echte ontmoetingen, als je elkaar meerdere dagen meemaakt. Dat is het eerste deel van dit project geweest, kennismaken en offline vertrouwen opbouwen. Tijdens het tweede deel zullen we veel meer telefonisch en via de mail contact hebben over business en kennisdeling. Ook staan er concrete bezoeken op de rol zoals een opvolgende missie van Amsterdam/Utrecht in Beieren komende maand.
Hoe kwamen die contacten op gang?
Echte contacten komen niet zozeer bij grote bijeenkomsten op gang. Veel meer door één-op-één ontmoetingen tijdens side-programma’s. Dat zag je heel duidelijk terug tijdens de laatste handelsreis naar Neurenberg. Toen we uiteen gingen in kleine groepjes kwam er echt wat op gang, werden er ideeën uitgewisseld, werden mensen open en enthousiast.
Gek op de koning
Wat heeft dit project je geleerd over de Duitsers en zakendoen in Duitsland?
Enerzijds ben ik bevestigd in onze collectieve aanpak. Als individueel bedrijf krijg je nooit zoveel voor elkaar. En als je opereert onder de vlag van Holland, dan gaan er pas echt deuren open. Wat me echt verraste is welke impact ons koningspaar heeft in Duitsland.
Hoe merkte je dat?
Dat was tijdens de handelsmissie naar Beieren afgelopen voorjaar. Grote concerns sturen ineens belangrijke vertegenwoordigers. Men is er echt trots op dat de koning en koningin uit Nederland op bezoek zijn. Natuurlijk ligt de focus daarna echt wel op de inhoudelijke ontmoeting. Ook wanneer je een vervolgbezoek plant en dit koppelt aan het eerdere koninklijke bezoek, dan nog merk je die interesse. Wat dat betreft mogen we blij zijn dat het consulaat-generaal in München is open gebleven. Zonder hen hadden we daar geen voet aan de grond gekregen.
Heb je een verklaring voor die Oranje-gekte in Duitsland?
Koning Willem-Alexander heeft die interesse erg goed aangevoeld door te zeggen; we bezoeken elk jaar een regio in Duitsland. Daar heeft het bedrijfsleven echt profijt van. Naar mijn gevoel is men stiekem wel een beetje jaloers op ons koningshuis. Het werkt ook als je bij zo’n bezoek de Nederlandse vlag plaatst naast die van Beieren of Baden-Württemberg. Zij zijn echt trots op hun regio en dan is de Holland-branding een erg krachtig symbool.
Aan tafel bij grote steden
Wat heb je nu al bereikt wat anders niet gelukt was?
Door onze inspanningen is bij veel grote Duitse partijen het besef ontstaan dat Nederland hen veel te bieden heeft op het gebied van elektrisch rijden. Dat Nederland op zaken als laadpaleninfrastructuur en smart charging voorop loopt. Dat zorgt ervoor dat we nu bij grote steden aan mogen schuiven. Daar focussen we ons op, zorgen dat we voor steden een oplossing bieden.
Welke oplossing zoeken Duitse steden?
Wij kunnen vooral protocollen en aanvullende producten en diensten zoals LEV-oplossingen en mobiliteitsconcepten aanbieden. Met enkele middelgrote steden in Beieren zijn we goed in gesprek. In München duurt het gesprek langer omdat de stad gewoon erg groot en dus complex is. In Stuttgart waren we al langer bezig. Daar organiseert men komend jaar de EVS, een grote top over elektrisch rijden. Men heeft specifiek om samenwerking met Holland en onze beoordeling gevraagd bij de voorbereidingen.
Regels wegstrepen
Waarom wil men Nederlandse protocollen?
In Duitsland zien ze dat wij Nederlanders dat met veel meer snelheid kunnen opbouwen. Duitsers hebben de neiging alles erg uit te kauwen en dicht te timmeren met erg veel regels, wat het systeem uiteindelijk duurder maakt. We kunnen van dienst zijn door het aanbieden van onze protocollen en daarmee de hulp bij het wegstrepen van regels, met als gevolg snelheid in ontwikkelingen en kostenverlaging.
Hoe komt het dat Nederlanders sneller zijn?
We hebben een andere manier van innoveren. Dat doen we veel transparanter door open innovatiestructuren dan de Duitsers die het idee liever binnenskamers houden tot het af is. In Nederland kunnen veel meer mensen vanaf de beginfase al hun mening geven, waaruit weer betere ideeën ontstaan.
Het Nederlandse systeem werkt dus beter?
Nou, we merken dat de Duitsers weer veel beter zijn in het invoeren van een rijp idee, het succesvol in de markt zetten. Nederlanders zijn daar minder structureel in. Zodra iets een succes dreigt te worden, denken Nederlandse overheden al snel: ‘oh, dat hoeven we niet meer te stimuleren’. Terwijl Duitsers dan pas echt de schouders eronder zetten en juist hun best doen het met enkele aanpassingen te verbeteren. De Energiewende is een goed voorbeeld. Men houdt dat net zo lang vol totdat het echt groot en goed is.
Gebrand op succes
Hoe kijk je terug op de handelsreis naar de regio Neurenberg?
Met een erg goed gevoel. Opvallend is het enthousiasme aan Duitse zijde bij belangrijke partijen als de IHK Neurenberg voor Middelfranken (kamer van hoophandel) en Bayern Innovativ. Ik vind ze erg betrouwbaar en zelfs tijdens de feestdagen kreeg ik mailtjes met kansen en ideeën voor onze partijen. Ik heb de indruk dat men daar zeer gebrand is op een succesvolle samenwerking. Nederland wordt heel serieus genomen.
Wat zijn de speerpunten voor de rest van het traject?
Auto’s maken dat doen de Duitsers al. Wij willen vooral business creëren rond laadinfrastructuur, zwaar elektrisch vervoer en lichte elektrische voertuigen. We willen gewoon Nederlandse producten zien rijden in het Duitse verkeer. We vinden het ook erg belangrijk om samen met de Duitsers een internationale standaard neer te zetten voor elektrisch rijden.
Wat staat er verder nog op het programma?
We gaan het nog druk krijgen. Halverwege februari gaan we mee met een handelsdelegatie vanuit de steden Amsterdam en Utrecht naar München. In april staan we natuurlijk samen op de Hannover Messe. We zijn nu bezig met de voorbereidingen voor het najaar. Dan zijn er drie belangrijke events vlak na elkaar waar we willen zijn, de IAA in Frankfurt, het EVS in Stuttgart en de eMove360 in München. Het PIB sluiten we groots af op de Hannover Messe in april 2018.