
Ruim twee jaar is Vermeij nu consul-generaal in München, een belangrijke handelspost voor Nederland.
Net voor zijn aantreden stond de Nederlandse regering op het punt het consulaat te schrappen uit bezuinigingsoverwegingen. De Beierse premier Horst Seehofer schreef zelfs een brief naar Den Haag om het kabinet op andere gedachten te brengen. Het werkte, dankzij breed protest van onder meer Kamerleden en het bedrijfsleven mocht het consulaat open blijven.
Herstel vertrouwen
Bij zijn begin in München vertelde Vermeij aan Duitslandnieuws dat hij daarom de twijfel weg moest nemen in Beieren over Nederland. Het herstel van het vertrouwen in Zuid-Duitsland verloopt goed, zegt hij nu.
Hoogtepunt was het bezoek van het koningspaar aan München en Neurenberg afgelopen april. De generaal-consul kijkt er met bijzonder veel voldoening op terug. “Deze handelsreis van Brabanders naar Neurenberg is een goed voorbeeld van wat er daarmee in gang is gezet. Onze boodschap naar ondernemers is aangekomen: maak er werk van, plan een tegenbezoek. Dat zie je nu allemaal gebeuren.”
Open Nederlanders
Vermeij vertelt over de Beierse delegatie uit de medische technologie die in november de regio’s Nijmegen, Eindhoven en Rotterdam bezocht. De Duitsers waren vooraf wat gereserveerd, vertelt hij. “Men wist niet goed wat ze moesten verwachten.”
Dat veranderde toen in Nederland alle deuren open zwaaiden en ze bijvoorbeeld een kijkje mochten nemen in een zeer moderne operatiekamer in Rotterdam. Er was kort daarvoor nog geopereerd, de delegatie kreeg alles te zien. “Dat had qua regelgeving in Duitsland nooit gekund. Men was zeer positief verrast over de Nederlandse bereidheid om kennis te delen. ‘Wat zijn jullie open’, zeiden ze.”
Die Nederlandse openheid zorgt ervoor dat men in Beieren beter op de hoogte is waar Nederland staat, vertelt hij. “Dat maakt dat Nederland serieuzer wordt genomen.” Er ontstaat een wisselwerking van bezoeken over en weer. “In Neurenberg is nu heel duidelijk gezegd. We organiseren in juni een beurs rond medische technologie, daar willen we veel Nederlanders hebben.”
Kijken in Nederland
Het andere thema dat centraal staat tijdens de handelsreis naar Neurenberg begin december is elektrische mobiliteit. Daarbij is de situatie in Nederland en Duitsland een wereld van verschil, zegt Vermeij. “Duitse steden willen van alles organiseren rondom laadpaleninfrastructuur en komen daarvoor graag kijken hoe Nederland dat heeft aangepakt.”
Onderdeel van de reis is een bezoek aan het Fraunhofer ICC-instituut in Neurenberg. Rond statafels praten groepjes Nederlanders en Duitsers intensief met elkaar over thema’s zoals de toekomst van elektrisch aangedreven zwaar vervoer of nieuwe verkeersconcepten in binnensteden. De groepjes bestaan uit wetenschappers, ondernemers, vertegenwoordigers van grote bedrijven.
Vermeij kijkt tevreden naar de discussies. Deze kleinschalige gesprekken tussen experts werken, zegt hij. Als voorbeeld noemt hij dat diverse grote concerns uit de regio zoals bandenfabrikant Continental wat willen met elektrisch rijden. “Het ziet er naar uit dat ze hun concept gaan testen in de Utrechtse wijk Lombok omdat daar al goede faciliteiten zijn. Zo ontstaan er steeds meer samenwerkingen over en weer.”
Samenwerken
Veel Duitse steden zoeken naar oplossingen rond mobiliteitsproblemen. “Iedere wethouder moet voor zichzelf een nieuw totaalconcept voor zijn stad verzinnen. Alsof je met een blokkendoos alle blokken opnieuw moet ordenen”, zegt Vermeij. Hij noemt als voorbeeld de aanpak van fijnstof in binnensteden. “Juist daar kunnen we als Nederlands bedrijfsleven, wetenschappelijke instellingen en overheden samen met oplossingen komen en dus van profiteren.”
Vanuit de RVO, de rijksdienst voor ondernemers, zijn de laatste jaren samenwerkingen opgezet tussen bedrijven en instellingen om samen over de grens zaken te doen. “Via deze zogenaamde PIB’s (Partners for International Business) kunnen zakelijke partners hun krachten bundelen. Dat wordt nu in Nederland heel goed begrepen. Partijen als BOM (Brabant) participeren daar in en zorgen voor veel extra trekkracht voor het Nederlandse bedrijfsleven. Samen kunnen we ook makkelijker de taken verdelen.”
Van een andere planeet
De consul-generaal leest in diverse economische rapporten van Duitse instituten dat er zorgen zijn over de toekomst van het midden- en kleinbedrijf. “Vaak hidden champions die nu wereldkampioen zijn in een niche van een niche van een niche. De productie is geheim, niemand mag meekijken. Alles gebeurt in eigen beheer. Dat is ook enorm kwetsbaar, hoe speelt zo’n bedrijf in op veranderingen?”
Vanuit de erkenning van dat probleem ontluikt in Zuid-Duitsland ook steeds meer nieuwsgierigheid naar Nederlandse bedrijven, merkt Vermeij. “We komen wel echt van een andere planeet. Nederlanders hebben vaak ontzettend goede diensten, terwijl Duitse bedrijven gefocust zijn op het verfijnen van hun superproduct.” Wanneer de Nederlandse diensten een oplossing kunnen bieden en Duitse ondernemers zien welke gevaren er dreigen, ontstaan er kansen, zegt hij. “De kunst is om die beide werelden te koppelen.”