
Op internet circuleerde dit woord al enige tijd. Daarna namen columnisten hem over, vervolgens journalisten in talkshows en afgelopen week hoorde ik een zogenaamd progressieve fractievoorzitter er een groep mensen mee aanduiden. Gekkies dus. Of Gurkentruppe zoals de Duitsers kunnen zeggen.
Voor gekkies
Ik stond in de rij bij het inpakatelier van warenhuis Topshelf in Arnhem, waar een medewerkster de heer voor me prettige kerstdagen toewenste. Hij reageerde beledigd en legde uit dat hij geen kerst vierde en dat bijna de helft van Nederland niet of in iets anders gelooft. ‘Prettige feestdagen’ of ‘Prettige jaarwisseling’ vond hij beter op zijn plek. “Kerst is voor gekkies.” En weg was hij.
Gelukkig was die medewerkster geen 16 meer en kon ze goed met de situatie overweg. Ze pakte mijn cadeau lachend aan: “Wilt u een neutraal papiertje of hoort u bij zijn gekkies en mag het met een kerststrik?”
Warmte
Onderweg naar buiten dacht ik er nog even over na. Kerst is voor mij het met elkaar neerzetten van die boom, de warmte en het optimisme. Daarnaast kan ik genieten van het zingen van adventsliederen op een Duitse kerstmarkt. Ik ben niet gelovig, maar blijkbaar wel een gekkie.
Of misschien juist daarom.