
Duitslandnieuws spreekt in de aanloop naar de Duitslanddag op 29 september met 6 sprekers die actief zullen zijn op het event in Utrecht.
In deel 6 Marcel Magermans, oprichter en directeur van MMID, een Nederlandse zakelijke dienstverlener in designstrategie en productontwikkeling. Het bedrijf werd in 1992 opgericht in Delft en heeft sinds 5 jaar ook vestigingen in, Ulm, Essen en Lübeck.
Functioneren
In het restaurant van zijn vader kreeg de 16-jarige Marcel Magermans de vraag van een klant of hij een lamp kon repareren. Het hippe schakelaartje was zo gefikst, maar ging telkens opnieuw kapot. Toen vormde in zijn hoofd de thesis waarop hij vandaag de dag nog drijft: een product kan mooi ontworpen zijn, maar het moet wel goed functioneren. Na 10 jaar in Duitsland ziet MMID ‘het Geschäft’ gestaag groeien.
Wat verkopen jullie?
Wij zijn een zakelijk dienstverlener en als externen helpen wij klanten met productontwikkeling. Dat doen we vanuit een sterke overtuiging dat techniek en design vanaf het begin van het proces compleet geïntegreerd moeten zijn.
Hoe onderscheidend is dat?
Bij productontwikkeling wordt er meestal eerst een design gemaakt en dan moeten de techneuten het maar zelf uitzoeken, of vice versa. Dat werkt niet, vinden wij. Voor ons is een opdracht pas geslaagd als een product lang meegaat of bijvoorbeeld veilig is.
Noem eens een voorbeeld?
Neem een masker voor een brandweerman. Er hoeft maar minuscuul gaatje te zijn en de brandweerman gaat dood. Dan kan het nog zo goed ontworpen zijn. Als de verkeerde materialen worden gebruikt, is het meteen flink mis.
Duitse klant wil grotere biervaten
Hoe ontstond de wens om in Duitsland aan de slag te gaan?
Pas 5 jaar geleden hebben we echt de stap gewaagd. Daarvoor hadden we al 5 jaar Duitse klanten, maar mondjesmaat. Je moet eerst je weg vinden. Toen we zagen dat onze contacten steeds beter begrepen hoe we werkten, hebben we de beslissing genomen. Aanvankelijk maakte Duitsland 3% van onze omzet uit. Inmiddels de helft.
Voor wie werken jullie?
Grote toeleveranciers als Dräger. Veel Mittelständische bedrijven, maar ook multinationals en de overheid. Onze eerste klant was een product van dunwandige metalen biervaten. Biervaten van kunststof hadden we in Nederland al voor Heineken gedaan. Daarmee exposeerden we op een beurs in Düsseldorf. Dat werd een succes. De biervaten moesten in Duitsland wel groter overigens.
Duitsers hebben de naam veeleisend te zijn..
Duitsers kijken heel snel naar de details. In ons open ontwikkelingsproces is dat soms heel ingewikkeld. Ze kunnen niet tegen open eindjes, terwijl die er soms wel zijn. Toch zie ik wel een nieuwe generatie Duitse managers die steeds beter met dat soort innovatiecyclussen kunnen omgaan.
Beeldvorming
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen jullie Duitse en Nederlandse organisatie?
We proberen bewust zo min mogelijk verschillen te hebben. We spreken heel vaak uit wat onze visie inhoudt. Dan vinden de mensen hun eigen motivatie. Aangezien we in Duitsland nog veel minder bekend zijn, moeten we daar iets meer adverteren via Xing. Om getalenteerde ontwerpers te kunnen vinden, spreken ongeveer 4 mensen per week. Vaak direct van de universiteit. Zij krijgen dan een score mee en eventueel nemen we dan later contact op. Gelukkig kunnen we ook vaak via bestaande medewerkers nieuw personeel aantrekken.
Is er veel samenwerking tussen de vestigingen?
Zeker. Onze klanten zitten ook vaak door het hele land. Kijk, wat betreft de cultuurverschillen merk je wel dat er een hele sterke beeldvorming heerst tussen Nederlanders en Duitsers.
Vertel..
Onze geschiedenis heeft ons veel vooroordelen ten opzichte van Duitsers gegeven. Diezelfde geschiedenislessen hebben de Duitsers ook op school gehad. Het gaat over hetzelfde, maar vanuit een compleet ander perspectief. Tijdens het WK van ’74 (WK-finale Nederland-Duitsland, red.) heb ik mijn vader zien ontploffen van woede. De vader van een bedrijfsleider in een Duitse vestiging heeft zijn vader zien ontploffen van pure vreugde. Dat is een gedeelde geschiedenis met volstrekt tegenovergestelde perspectieven.
Dat merk je vandaag de dag nog?
Ik rijd veel en niet altijd even netjes. Typisch Nederlands zou ik zeggen. Door mijn Duitse kenteken zijn de reacties echt heftiger.
Minder oordelend
U vindt Duitsland nog wel leuk?
Haha. Zeker. Duitsers doen veel netter zaken. Ze zijn duidelijker en opener. Ze vinden ons uiteindelijk fantastisch, maar aanvankelijk worden ze gewoon knettergek door onze chaotische handelswijze. In het zakendoen vind ik ons als Nederlanders ook aanmatigend. Bekrompen soms. Duitsers zijn wat dat betreft veel minder oordelend. Prettig.
Verder op de Duitslanddag:
- Deel 1 – Thomas Boom: Nederlanders onderschatten vaak hoe politiek Duitsland is
- Deel 2 – Julia Rühle: Efficiënte Nederlandse e-health-oplossingen welkom in Duitsland
- Deel 3 – Ann Kathrin Oberbremer: Duitse inkopers hebben extreme behoefte aan zekerheid
- Deel 4 – Godfried Smit: Transport moet gezamenlijk belang zijn van Nederland en Duitsland
- Deel 5 – Hans Seelen: Duitsland is nieuwsgierig naar open innovatie in Nederland
- Deel 6 – Marcel Magermans: Duitsers kunnen niet tegen open eindjes