
Duitsland scoort goed op het gebied van inkomen, werkgelegenheid en onderwijs, blijkt uit het Social Economic Development Assessment van het wereldwijde onderzoeksbureau Boston Consultancy Group (BCG). Reden voor grote Duitse kranten als de Die Zeit om er een optimistisch artikel over te schrijven.
Volgens Carsten Brzeski, hoofdeconoom bij ING DiBa, moet je echter niet al te veel leunen op deze cijfers. Volgens hem blijven de metingen te veel op macro-niveau en blijven hierdoor enkele problemen onderbelicht, al geven de data wel de juiste trend aan.
[iframe width="450" height="520" frameborder="0" scrolling="no" style="overflow-y:hidden;" src="https://magic.piktochart.com/embed/15217618-landen-met-de-beste-levenskwaliteit"]
“Alles is gelinkt aan indicatoren die te maken hebben met BBP-groei (voorheen BNP), economische groei”, zegt Brzeski. “Ik zie niet dat de indicator iets zegt over vermogensverdeling, inkomensverdeling of sociale voorzieningen. Als je het hebt over levenskwaliteit, zou je naar indicatoren moeten kijken als: hoe duur is wonen? Hoe duur is gezondheidszorg? De cijfers zijn een weerspiegeling van een jarenlang goedlopende economie, maar laten niet zien hoe het sociaal in elkaar zit.”
Ongelijke welvaartsverdeling
De stijging van Duitsland in de ranking heeft onder andere te maken met de nominale loonsverhoging van 3% het afgelopen jaar en de toename van werkgelegenheid. Het BBP is gegroeid en Duitsland toont daarbij volgens het rapport een stijgende lijn als het gaat om het omzetten van de welvaart in het welzijn van de burgers. Dat is volgens Brzeski nog niet goed zichtbaar in de samenleving.
Brzeski: “Het is te zien aan de 450-eurobaantjes, de zogenoemde ‘minijobs‘, dat de economische groei niet helemaal gelijk is verdeeld. Iets wat je in andere landen wel ziet, is dat er een verschuiving is van inkomsten uit arbeid naar inkomsten uit kapitaal en kapitaal is natuurlijk niet gelijk verdeeld over de gehele bevolking. Dat zie je in Duitsland ook heel duidelijk: Als je kijkt naar woonruimte en -eigendom is er een eigenaarsratio van 50%. In de groten steden stijgen de huren, wat weer zorgt voor een herverdeling van de mensen die een eigen huis bezitten. Ook dit is ongelijke verdeling van de welvaart.”
Gemiste kansen
Uit het rapport van BCG blijkt er op het gebied van digitalisering nog grote ruimte voor verbetering voor Duitsland. In Die Zeit zegt Heinrich Rentmeister van BCG dat een investering in digitalisering en de bijbehorende infrastructuur, noodzakelijk is om op de lange termijn met ander landen te kunnen concurreren en de economische stabiliteit en welvaart te verzekeren.
“Duitsland leunt te veel op de successen van de afgelopen jaren, maar er wordt te weinig vooruit gekeken”, sluit Brzeski daarop aan. “Kijk naar de slechte dekking van mobiele telefoons, het trage internet en de bijkomende hoge kosten voor de consument. Dit is een gemiste kans om de groeiende economische situatie, de lage rentes en goede overheidsfinanciën in te zetten voor een duurzame groei van het land.”
Duitsland en Nederland lopen gelijk
Nederland staat met nummer 2 boven Duitsland in de ranking. Hoewel beide landen in absolute cijfers bijna gelijk scoren op het gebied van de welvaart omzetten in welzijn, lijkt Nederland het altijd beter te hebben gedaan.
En dat klopt ook volgens Brzeski, tenminste als het gaat over opleidingsniveau en infrastructuur. “Qua opleidingsniveau heb ik niet het idee dat er iets is veranderd of verbeterd in Duitsland. Ik denk dat daar nog veel ruimte voor groei is. De infrastructuur loopt in Nederland vooruit vanwege het feit dat Nederland beter is in het plannen en organiseren van infrastructuurprojecten.”, licht hij toe. “Op het gebied van werkeloosheid en economische groei, heeft Duitsland het beter gedaan het afgelopen jaar. De laatste 7 jaar, sinds de economische crisis, loopt Duitsland gelijk met Nederland. “
[iframe width="600" height="400" frameborder="0" scrolling="no" style="overflow-y:hidden;" src="https://magic.piktochart.com/embed/15215247-werkloosheid-in-nederland-en-duitsland"]
Economische stagnatie
Door de recessie in 2008 kreeg Nederland te maken met economische stagnatie en een toenemende werkloosheid. In de tussentijd steeg de werkgelegenheid in Duitsland. Dat is volgens Brzeski te verklaren doordat de economische groei hoger is in Duitsland en de Duitse industrie veel exporteert. “Anders dan in Nederland kent Duitsland geen dergelijke problemen”, zegt Brzeski.
“Daarnaast is omstreeks het jaar 2000 de arbeidsmarkt in Duitsland flexibeler geworden en werden de arbeidsbureaus gedecentraliseerd. Sociale uitkeringen als WAO en AOW werden verlaagd zodat de drempel om door te werken lager was. Het nadeel is dat als je sociale ondersteuning verlaagt, het aantal mensen met een laag inkomen toeneemt. Deze arbeidsmarkthervormingen hebben Duitsland geholpen.”
Duits succesmodel
Duitsland en Nederland kunnen veel van elkaar leren. Volgens Brzeski weet Duitsland internationaal heel goed terrein te winnen en ligt daar een leerpunt voor Nederland. Brzeski: “Duitsland heeft laten zien dat je heel goed door een mondiale crisis kan komen door rustig te blijven en te concentreren op wat je kan. Dat probeer je efficiënter te maken en je gaat specifiek op zoek naar zwakke punten om deze te verbeteren. Dat is het Duitse succesmodel.”
Andersom kan Duitsland van Nederland veel leren op het gebied van innovatie. “Flexibiliteit, innovatie, aanpassen aan nieuwe kansen en nieuwe ontwikkelingen; Nederland loopt duidelijk vooruit op het gebied van innovatie. Kijk naar de start-ups, start-upfinanciering, onderzoeksspin-offs van bedrijven en het uitbesteden van research en ontwikkeling. Het is de moeite waard voor Duitsland om te zien hoe Nederland dat doet”, aldus Brzeski.