
Morgen eindigt het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie. Het voorzitterschap kwam voor Nederland op een dramatisch slecht moment. Met de PVV van Geert Wilders op virtueel de hoogst gepeilde stand in de geschiedenis van zijn partij en een Oekraïne-referendum op komst, had de regering Rutte weinig binnenlandse politieke speelruimte om ingewikkelde Europese compromissen te smeden. En juist die moesten er komen.
Nederlandse bescheidenheid valt goed in Duitsland
Het Nederlandse voorzitterschap begon met de gebeurtenissen in Keulen en de terreuraanslagen in Parijs en Brussel, die leidden ertoe dat het debat over migratie een kookpunt bereikte. Naast betere bewaking van Europa’s buitengrenzen moest er in allerijl een ongemakkelijk akkoord met Turkije worden gesloten om de vluchtelingen buiten de deur te houden. In de nasleep van een schuldencrisis moest er een nieuwe lening aan Griekenland worden verstrekt. Tot slot werden met de Britse premier David Cameron, in aanloop naar het EU-referendum in zijn land, onderhandelingen gevoerd over hervormingen van de Europese Unie. Nederland zat de EU voor tijdens misschien wel de diepste crisis in de na-oorlogse Europese samenwerking.
Sinds het verdrag van Lissabon heeft het voorzitterschap van de EU aan betekenis verloren. De Raad voor Regeringsleiders, waar de belangrijkste beslissingen vallen, heeft een permanente voorzitter, nu Donald Tusk. Dat maakt het lastiger voor de voorzitter van de EU om zichtbaar te zijn. En hoewel Nederland bij alle grote dossiers betrokken was, viel het voorzitterschap niet bijzonder op. Juist die terughoudendheid en bescheidenheid wordt door de Duitsers erg geprezen, blijkt uit een rondgang langs twee Duitse EU-experts, een staatssecretaris en een Europarlementariër.
Lof voor professioneel Nederlands voorzitterschap
Een goed teken vindt EU-expert von Ondarza van het gerenommeerde Stiftung Wissenschaft und Politik (SWP). Volgens hem val je als EU-voorzitter alleen op als er grote problemen ontstaan. “Vanuit dit perspectief heeft Nederland het heel goed gedaan.” Van Ondarza noemt de stappen die zijn gezet met een Europese bankenunie en bewaking van de EU-buitengrenzen als succesvolle voorbeelden waarbij Nederland Europa de weg heeft gewezen.
Professor EU-integratie Gabriele Abels van de universiteit van Tübingen prijst de pragmatische, professionele en probleemgerichte Nederlandse aanpak. “Juist omdat in Nederland de eurosceptische krachten sterk vertegenwoordigd zijn, was de inbreng in de discussie over EU-hervormingen in aanloop naar het Britse referendum van grote betekenis.” Volgens de professor is Nederland in Europa momenteel zeer bepalend; “het voorzitterschap sloot aan bij de hervormingsagenda van ‘de zeer sterke’ Frans Timmermans in de Europese Commissie”.
Ook parlementair staatssecretaris van Financiën Jens Spahn, assistent van de Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble, noemt het Nederlandse EU-voorzitterschap een succes: “we merkten dat de wil om resultaten te bereiken op de voorgrond stond.” Zijn partijgenoot in het Europees parlement Herbert Reul vindt dat het Nederland is gelukt om Europa vooruit te helpen. Hij noemt specifiek de nieuwe privacyrichtlijn als voorbeeld waar Nederland zijn meerwaarde heeft bewezen.
Nederland chief-facilitator bij Turkije-deal
Volgens de beide christendemocraten Spahn en Reul was het van groot belang dat Nederland en Duitsland in het vluchtelingenvraagstuk en Europese grensbewaking zo dicht bij elkaar staan. “Nederland heeft er mede voor gezorgd dat er nu een stuk minder migranten naar Europa komen”, zegt Reul. Volgens Spahn moet de nauwe verbondenheid tussen beide landen nu worden gebruikt om het migratie- en asielrecht in de EU te hervormen. Nederland en Duitsland hebben daar volgens hem dezelfde ideeën over.
Volgens Professor Abels had Nederland net als Duitsland belang bij een deal met Turkije om het aantal vluchtelingen naar beneden te brengen. “Dit versterkte wel het beeld van Nederland als een land van strenge regels. Dat afschrikken van asielzoekers wordt echter ook door velen bekritiseerd.” Van Ondarza vindt niet dat de rol van de EU-voorzitter als onderhandelingspartner met Turkije moet worden overschat. Nederland heeft volgens hem de twee hoofdrolspelers, Merkel en Tusk, als ‘chief-facilitator’, goed ondersteund.
Angst voor een Nexit
Nu Groot-Brittanië de Europese Unie lijkt te verlaten, maken veel Duitsers zich zorgen dat Nederland zal volgen. Von Ondarza: “ik zie in Nederland nu, van alle lidstaten, de grootste kans op een exit-referendum. Nederland heeft nauwe banden met Groot-Brittanië en is economisch en politiek zwaar getroffen door de Brexit.
Ook Abels vindt de kans op een domino-effect ‘zeer waarschijnlijk’. Dat bij een referendum de positie van Nederland en Mark Rutte flink verzwakt worden vindt zij evident, juist omdat Nederland dan niet meer de ‘makelaars-rol’ op zich kan nemen. Die rol maakt Nederland volgens haar tot een beduidende EU-lidstaat.
Jens Spahn is niet bang voor een referendum in Nederland. “We hebben genoeg argumenten om duidelijk te maken dat we in de EU beter af zijn dan alleen.” De Brexit roept volgens Spahn wel terecht vragen op over het functioneren van de EU. “Het is duidelijk dat we zo niet verder kunnen”, aldus de staatssecretaris van Financiën.