
“Dat arme Duitsland. Te groot voor Europa, te klein voor de wereld”, zei de Amerikaanse oud-minister van buitenlandse zaken Henri Kissinger ooit. Na de hereniging van Oost- en West is Duitsland niet alleen geografisch maar ook politiek, cultureel en economisch het kernland van de Europese Unie.
Onder Angela Merkel groeide het land uit tot de onbetwiste leider van het Europese continent. Dat roept in sommige landen vervelende herinneringen op aan de bezetting in de Tweede Wereldoorlog. Ook Duitsland voelt zich nog niet helemaal prettig in de nieuwe leiderschapsrol.
Het Duitse Europa
Duitsland dat zo graag wilde opgaan in de Europese Unie, als bescherming tegen zichzelf, staat er bij grote vraagstukken meer dan ooit alleen voor. Overige grote EU-landen zijn economisch te zwak of kampen met eurosceptische partijen die het draagvlak voor, en de onderhandelingsruimte in, de EU teveel verkleinen. Toetreding tot de Europese Unie moest Duitsland eigenlijk Europees maken maar sinds de hereniging en een tweede Wirtschaftswunder, lijkt het er nu op dat Europa steeds Duitser wordt.

Sinds het uitbreken van de economische- en de vluchtelingencrisis behartigt Duitsland zijn eigen belangen steeds offensiever. Steeds vaker ook buiten de EU om. “Elke crisis maakt Duitsland machtiger en zelfbewuster in Europa”, zegt Peter Becker van de prestigieuze denktank Stiftung Wissenschaft und Politik (SWP) tegen Duitslandnieuws.
Ongemakkelijke rol
Het is gemakkelijk paralellen trekken met het Derde Rijk als je het oneens bent met door Duitsland opgelegde maatregelen, iedereen weet dat dit de Duitse achilleshiel is. Toen tijdens de Griekse schuldencrisis demonstranten Merkel als nazi afbeelden, zorgde dat voor grote verontwaardiging en felle tegenreacties.
Ook in de vluchtelingencrisis zagen we grote weerstand tegen Merkels Willkommenskultur, die in andere EU-landen vaak werd geïnterpreteerd als het afkopen van het Duitse schuldgevoel. Europese establishment-partijen, maar ook Merkels zusterpartij CSU, verweten de bondskanselier olie op de rechts-populistische heidebrand te gooien. Kortom, de Duitsers doen het in de ogen van de overige Europeanen zelden goed.
“Berlijn wil die leiderschapsrol helemaal niet”, zegt Becker. Door het economische overwicht is Duitsland in de rol van Führungsmacht gedwongen. Enerzijds schrikken de Europese partners van een nieuw Duits overwicht, anderzijds verwachten zij steeds meer sturing en leiderschap van de bondskanselier bij grote vraagstukken zoals de vluchtelingen- en de financiële crisis. “En juist dat maakt Duitsland kwetsbaar”, zegt Becker. Volgens hem koos Duitsland daarom altijd voor leading from behind; in kleine stappen en met veel geduld compromissen smeden zonder je eigen belangen al te opzichtig door te drukken. Nu wordt steeds vaker van Merkel verwacht dat zij het voortouw neemt ten tijden van crisis.
Het economische overwicht van Duitsland sinds de eenwording in 1990
De status quo verankeren
In een tijd van groeiende euroscepsis, en zelfs een mogelijke Brexit, probeert Duitsland uit alle macht het huidige Europa bij elkaar te houden. De status quo bewaken is volgens Becker dan ook het ultieme doel van het huidige Duitse EU en buitenlandbeleid. Het past in deze tijd van groeiende euroscepsis niet om federale vergezichten te schetsen maar de afspraken die er nu liggen in Europa te verankeren. Juist omdat iedereen weet dat Duitsland zich als ‘beschermheer van het bestaande’ ziet, wordt het leiderschap geaccepteerd aldus de Europa-expert.
Maar het is nou net die status quo die de laatste jaren flink werd uitgedaagd, zowel van binnen als van buiten Europa. Het maximale begrotingstekort van 3% wordt dit jaar opnieuw door Spanje, Portugal en Frankrijk overschreden. Dit tot grote onvrede van de Duitse minister van Financiën en hardliner Wolfgang Schäuble.
Griekenland bedreigde de geloofwaardigheid van de eurozone en probeerde tevergeefs een coalitie te smeden tegen de door Duitsland gedomineerde eurogroep. Cameron zette Merkel onder druk om het vrij verkeer van personen en werknemers, een van Europa’s kernprincipes, in te perken. In Minsk was het vooral Duitsland dat met Poetin onderhandelde over de situatie in Oost-Oekraïne. En twee maanden geleden sloot Merkel namens de EU een niet onomstreden vluchtelingendeal met de Turkse president Erdogan.

Duits-Franse as onder druk
Tevergeefs zoekt Duitsland grote Europese partners om de macht in Europa te delen. De traditionele partner Frankrijk kan het economisch niet bijbenen, hervormt niet en heeft onder de president Sarkozy en Hollande aan politieke en symbolische macht ingeboet. Het Verenigd Koninkrijk is economisch weliswaar sterker maar staat al sinds hun toetreding in 1973 met een been in Europa en een been op het Britse eiland. Bovendien hebben de Britten, als diplomatieke wereldmacht, niet de behoefte om hun buitenlandbeleid al teveel aan Europa te koppelen. “Duitsland probeert Italië er steeds meer bij te betrekken maar ook premier Renzi staan niet te springen om een meer leidinggevende Europese rol”, aldus Becker.
Frankrijk lijkt niet meer in staat om zijn traditionele rol als Duits tegenwicht op het Europese vasteland te kunnen spelen. Duitsland zal op termijn de Franse privileges in Europa, de grote landbouwbudgetten en overschrijding van de begrotingsnorm, niet meer accepteren. Er zal een situatie ontstaan waarin coalities van landen proberen de Duitse overmacht in evenwicht te houden.
Een voorproefje daarvan zagen we onlangs in de vluchtelingencrisis toen de Visegrad-landen (Hongarije, Polen, Slowakije en Tsjechië) onder leiding van de Hongaarse premier Orbán zich succesvol verzetten tegen verplichte opname van vluchtelingen en het openhouden van de Europese binnengrenzen. Frankrijk kan ervoor kiezen om de leider van een Zuid-Europese coalitie te worden en tegenwicht te bieden tegen de ‘Duitse’ sociaal-economische doctrines.
Twijfels of draagkracht en draagvlak
De Europa-expert twijfelt of Duitsland deze nieuwe leiderschapsrol goed kan vervullen. Er vindt in Duitsland nauwelijks een publiek debat plaats over hoe ze het leiderschap willen invullen. In de overige landen wordt het Duitse leiderschap veel duidelijker gezien en ervaren: “het is niet toevallig dat ik nu dit gesprek nu met een Nederlander voer”, zegt Becker. Zo’n debat is volgens Becker wel nodig om binnenlands draagvlak te creëren voor de nieuwe Duitse leiderschapsrol in Europa.
Daarnaast is het de vraag of Duitsland het financieel kan volhouden om Europa bij elkaar te houden als er opnieuw een begrotingscrisis uitbreekt. Nu er steeds minder een taboe rust op EU-kritiek, zelfs onder de gevestigde partijen, is het politieke draagvlak voor Duitsland als netto-betaler flink kleiner geworden. Het kernland van de unie behartigt steeds meer en directer, als een ‘normaal’ EU-land, zijn eigen belangen. Of het herenigde Duitsland dan opnieuw ’te groot’ wordt voor Europa is, zal tijdens de eerstvolgende crisis blijken.