
Bij aankomst in Frankfurt vallen ze gelijk op: de wolkenkrabbers van het Bankenviertel. Frankfurt heeft een indrukwekkende skyline. Nergens op het Europese vasteland staan zulke hoge gebouwen als hier – Moskou even daargelaten. Frankfurt? Mainhattan!
Finanzmetropole
De stad is trots op de status van financieel-economisch centrum. Media en politici spreken maar wat graag van de Finanzmetropole of het Wirtschaftsstandort. Op het Hauptbahnhof prijkt onder ieder stationsbord de toevoeging Internationale Messestadt, vanwege het gigantische beursterrein. En de grote winkelstraat, de Zeil, hoort bij de drukste van Duitsland. Frankfurt straalt van alle kanten uit: dit is een wereldstad, hier gebeurt het.
Behalve op zondag.
Want commercie of niet, op zondag gebeurt hier helemaal niets. De Zeil is dan leeg en de deuren op slot. Dat is ook zo in mijn wijk, het Nordend, met z’n vele boetieks en supermarkten. Op zondag is het beeld overal hetzelfde: zu, geschlossen.
Wennen
Dat is voor een Nederlander even wennen. Thuis ga ik iedere zondag naar de Jumbo voor iets lekkers, want die is toch open. Zelfs kleine (en christelijke!) gemeenten organiseren geregeld koopzondagen. En zeg nou zelf: als je een nieuwe bank wilt, wat is een betere dag dan zondag om er een uit te zoeken?
Maar niet in Frankfurt. Na moeizaam overleg besloot de gemeente vorig jaar om in 2016 vier koopzondagen toe te staan. Daarvan is er alweer een afgevallen, want de rechter heeft de koopzondag van 10 april verboden. Gemeente en winkeliers leek het een goed idee om een koopzondag te koppelen aan de grote Musikmesse, als extra voorziening voor de tienduizenden bezoekers. De rechter vond dat niet overtuigend en dus was het deze zondagmiddag weer stil in de stad.
Alles dicht
Elders is het niet veel beter. In het katholieke Fulda zijn er dit jaar drie koopzondagen, ook als aanvulling op al geplande volksfeesten – en dus niet per se met het doel om mensen naar de stad te lokken. In Wiesbaden, de hoofdstad van Hessen, kunnen de 275.000 inwoners maar op twee zondagen gaan winkelen.
Mijn verbazing daarover groeide nog meer in het Paasweekend. Zowel op Goede Vrijdag als op Tweede Paasdag was in Frankfurt álles dicht. Heel gewoon, zeiden mijn collega’s, die mijn verwondering ook niet echt begrepen. “Dat is gewoon zo.” Mijn weerwoord dat iedereen op die dagen vrij is en winkels dus juist goede zaken konden doen, maakte geen indruk.
Op de website van de Hessenschau, de rubriek waarvoor ik nu werk, reageerden 70 mensen op het bericht dat de koopzondag van 10 april was verboden. Het leeuwendeel van de lezers vond dat een goed besluit. “Zondag moet zondag blijven”, zeiden ze. Vooral voor het winkelpersoneel, dat anders geen enkele dag vrij heeft.
Mooier
Waar ik de Duitse koopzondagpraktijk aanvankelijk raar vond, vraag ik me inmiddels af wanneer ik voor het laatst op zondag ouderwets ben gaan winkelen. Ik heb geen idee.
Zo’n leeg stadscentrum op zondag is misschien een trieste aanblik. Maar op andere plekken is het dan toch veel mooier. Ook als de winkels open zijn.
Marijn Dorrestijn is redacteur bij de NOS en nu tijdelijk werkzaam bij de Hessischer Rundfunk in Frankfurt am Main.
Het Journalistenstipendium Duitsland-Nederland (JDN, Den Haag) nodigt samen met de Internationale Journalisten-Programme (IJP, Berlijn) Nederlandse journalisten uit om twee maanden bij een Duits medium te werken. Diverse deelnemers bloggen over hun ervaringen in Duitsland.