Nederland heeft de smaak te pakken gekregen nadat het partnerland was op de Hannover Messe in 2014. Dat ziet Victor Koppelaar van Hannover Consultancy terug in de lijstjes van landen die het beste vertegenwoordigd zijn op de beurs. “We deden altijd al aardig mee, zo rond nummer 8. Maar sinds 2014 staan we jaarlijks in de Top 5. Dit jaar hoeven we alleen landen als China, partnerland de Verenigde Staten, Turkije en Italië voor ons te dulden.”
Zware delegatie naar Hannover Messe
Opvallend, vindt Koppelaar. “Je zou verwachten dat 2014 een piek zou zijn, en dat na dat bijzondere jaar de belangstelling zou afnemen.” Maar dat is niet gebeurd. In totaal staan er zo’n 125 Nederlandse bedrijven en instituten en komt er een zware politieke delegatie met onder meer minister-president Mark Rutte minister Bussemaker van Onderwijs, de SER en in hun kielzog ceo’s van grote Nederlandse bedrijven en veel scholieren en studenten.
Premier Rutte ontmoet Stephan Weil (SPD), de minister-president van Nedersaksen. Hij wordt vanwege het grote belang van de deelstaat in Volkswagen in Duitsland ook wel de VW-premier genoemd. Het blijkt voor Nederlandse bewindslieden lastig om op agenda’s van Duitse collega’s te komen. Vorig jaar trof minister Kamp van Economische Zaken (VVD) eurocommissaris Günther Oettinger (CDU, Digitale Economie). In 2014 kreeg Rutte Merkel wel uitgebreid Angela Merkel te spreken omdat Nederland toen partnerland was.
Mark Rutte tijdens zijn vorige bezoek aan de Hannover Messe in 2014.
Wat je kunt aflezen aan het feit dat Nederland de laatste jaren steeds bewindslieden naar de industriebeurs stuurt, is dat uit een veel bredere hoek belangstelling is gekomen vanuit Nederland, zegt Koppelaar. “Ook andere sectoren zoals grote banken hebben de Hannover Messe prominent onderdeel gemaakt van hun Duitsland-strategie.”
Belangstelling onderwijs
Koppelaar is blij met de toegenomen aandacht vanuit het onderwijs en kennisinstellingen. “Universiteiten moeten steeds internationaler denken. In Hannover ontstaan door ontmoetingen allerlei gezamenlijke projecten waaruit bijvoorbeeld incubators voor startups ontstaan. Dat is ontstellend belangrijk voor – om maar weer eens een bijna ouderwetse term erbij te halen – Nederland kennisland.”
Opmerkelijk ook is de interesse vanuit het middelbare onderwijs, vindt de adviseur voor Duitse beurzen. “Met minister Bussemaker komt een groep van 300 vwo-scholieren mee uit Twente die zich willen oriënteren op technische studies.” Ook is het aantal bezoekers uit Nederland de afgelopen jaren flink toegenomen. “Voor 2014 waren dat er zo’n 3.500, de afgelopen jaren zo’n 5.000.”
Imagoprobleem
We doen het al heel goed in Duitsland, benadrukt Koppelaar. Maar volgens hem moet Nederland nog wel werken aan het eigen imago. “Bij de gemiddelde Duitser aan de borreltafel staan we toch vooral bekend vanwege onze bloemen en kaas. Of de dienstensector zoals banken en logistiek en onze haven. Maar we moeten ook laten zien dat we veel op hightechgebied hebben te bieden.”
Vanuit Duits perspectief moet Nederland opboksen tegen de Italianen, Fransen, Turken, Denen en Zwitsers. En dan scoort Nederland echt niet verkeerd in Duitse ogen, zegt hij. “We zijn flexibel en we komen onze afspraken na. Alleen moeten we dat verhaal nog veel meer uitdragen in Duitsland.”
De extra belangstelling vanuit Nederland voor zakendoen met Duitsland heeft ook te maken met het feit dat voor veel bedrijven de eigen afzetmarkt niet groot genoeg is. “En dan kom je al vrij snel bij Duitsland uit als eerste optie. Daarom zie je ook steeds meer Nederlanders op andere grote vakbeurzen in Duitsland verschijnen, zoals de Bauma in München (bouw), de Süßwarenmesse en de Anuga in Keulen (voedsel).”
Hal 2 en 3
In Hannover staan de meeste Nederlanders vrijwel aan het begin. In Hal 2 zijn bijna alle grote Nederlandse onderzoeksinstituten vertegenwoordigd. “Omdat de VS dit jaar partnerland zijn, staat het beroemde MIT dit jaar ook in deze hal. Zij zien trouwens Delft als hun eerste partner in Europa.” Rondom het Nederlandse paviljoen staat veel gepland, zegt Koppelaar. “Zo is Bussemaker aanwezig bij de Night of Innovations op maandagavond.”
Een hal verder, in nummer 3 waar partnerland Amerika hun paviljoen opbouwen, kent ook een Nederlandse inbreng. Het Nederlandse Science Guide verzorgt hier het programma Wissentag, wat door de Amerikaanse president Obama wordt geopend. Het Amsterdamse nieuwsmagazine voor de kennissector was met dit programma waar overheid, onderwijs en bedrijven elkaar treffen in 2014 begonnen waarna de Hannover Messe het heeft omarmd.
Hal 4 en 27
Misschien wel de meeste Nederlanders staan in Hal 4 waar grote brancheorganisaties uit de maakindustrie zoals de Metaalunie, FME, Nevat, Brainport en Holland Innovative hun paviljoens hebben. Op woensdag 27 april van 17.00 tot 19.00 uur wordt hier een Kings Day-borrel gehouden. Het laatste Nederlandse paviljoen staat in Hal 27 onder het thema Energy Mobility waar onder meer Rutte en Bussemaker naar een auto komen kijken die wordt aangedreven op mierenzuur. “Maar vergeet niet dat er ook nog tientallen Nederlandse bedrijven elders verspreid over de beurs staan.”
Duitsland-maand
April staat bol van de Duitsland-activiteiten met de handelsmissie naar Beieren vorige week, het bezoek van Angela Merkel aan Eindhoven en Middelburg op 21 april voor de Duits-Nederlandse regeringsbesprekingen. Dan hebben Nederlandse bewindslieden de gelegenheid om hoge Duitse politici te spreken. Naast Merkel komen minister van Economische Zaken Sigmar Gabriel (SPD), minister van Buitenlandse Zaken Frank-Walter Steinmeier (SPD) en Peter Altmaier (CDU). Ze bezoeken onder meer samen chipfabrikant ASML. Daarna volgt de Hannover Messe op 25 tot 29 april.
