
Ik probeer de gebeurtenissen te relativeren en standpunten daarover objectief af te wegen. Wat is links en rechts? Wat is goed en wat is kwaad? En waarom? Wat is ‘schandalig’ en wat is ‘zo hoort het’? Wie vindt dat? Is dat nou echt zo? Wie is buitenlander en wie is inheems? Wie ben ik en wie bent u?
Veilig en stabiel
Het is fijn dat we in 2016 leven en dat we dat in Noordwest-Europa doen. Het is hier betrekkelijk veilig en gezond, betrekkelijk welvarend en betrekkelijk stabiel. Als individu, als mens en als vrouw, kan en mag ik keuzes maken. Keuzes die gevoed en beïnvloed worden door interne en externe krachten. Zoals daar bijvoorbeeld de media zijn.
En hun kanalen zijn zo talrijk als nooit tevoren. Ook dat is fijn. Ik kan van alles volgen waarin ik geïnteresseerd ben of wegklikken wat mij niet bevalt, 24 uur per dag, waar ook ter wereld. Online of via traditionele (of moet ik zeggen ‘ouderwetse’?) weg. Goed ook, dat media en onze persvrijheid ervoor kunnen zorgen dat zaken die waren bedoeld ‘onder de pet te blijven’ naar boven komen, of dat er zo nu en dan een beerput wordt geopend.
Opleuken
Toch is dat niet het hele verhaal. Want dat wàt ik lees, zie of hoor, is vaak evenmin vrij van objectiviteit en wordt dikwijls ‘opgeleukt’ of ‘aangedikt’ omwille van commerciële, ideologische of politieke redenen. En ach, misschien is het eigenlijk ook wel menselijk om dat te doen.
Nuance blijkt helaas niet altijd ‘interessant’ genoeg.
Allemaal te begrijpen en in sommige gevallen misschien verdedigbaar. Echter in deze tijd – en dat is óók 2016 – lijkt het alsof gebeurtenissen, de ophef daarover, reacties en hun gevolgen steeds heftiger worden. Alles lijkt wel heftiger te worden. Daarom zou het gepast zijn wanneer ‘de media’ zich, gezien de invloed die ze hebben op de maatschappij, zo nu en dan wat genuanceerder opstellen. Maar ja, ‘da’s niet interessant’ voor het publiek. Dat wil ‘Das Volk’ niet.
Vol of leeg
Ik vrees dan ook dat daar niet veel aan te veranderen is. Dat wil niet zeggen dat ik passief thuis op de bank ga zitten, ‘zweverig’ of soft doe, of niet voor mijn mening durf uit te komen. Dat laatste doe ik zeker, en op verschillende manieren. En het is iets wat ik wèl kan veranderen, waar ik wèl invloed op heb.
Dus heb ik mij voorgenomen mijn opvattingen en observaties zoveel mogelijk alleen (nog) maar op een zo positief mogelijke manier te uiten. ‘Het glas halfvol of halfleeg’, is daar het meest bekende voorbeeld van. Maar of de grenzen nu juist open of dicht moeten of dat we de zorg op decentraal overheidsniveau of toch beter centraal moeten regelen, is al een stuk lastiger als een simpel ‘vol’ of ‘leeg’ te beschouwen.
Positief zijn werkt
Niettemin probeer ik positief te zijn. Het maakt mijn eigen dag veel prettiger, het maakt het welbevinden van mijn omgeving prettiger en het opvallende is vooral, dat ik er niet minder serieus door wordt genomen! Bovendien reageert mijn betreffende toehoorder of opponent zelf ineens ook een stuk vriendelijker. Probeer maar, het werkt echt.
Daarom roep ik u op: wees kritisch, heb een mening en verkondig die! Maar tel eerst even tot 10, doe dat nogmaals en geef er een positieve draai aan. We hoeven geen sprookjes te gaan vertellen, laten wij dan in ieder geval wel blijven dromen van een ‘happy end’.
Servus,
Ursula