
Kaaskoppen is de wekelijkse rubriek van Duitslandnieuws waarin ondernemende Nederlanders en Duitsers hun ervaringen over de handelsrelatie delen. We vragen hoe zij hun weg vinden over de grens.
Deze week Marjolein en Frank van der Hulst uit de Uckermark, een regio in het noorden van de deelstaat Brandenburg. Daar wonen ze met hun zes kinderen. Zes jaar geleden verruilden ze Nederland voor Duitsland.
Elke zaterdag staan jullie in Berlijn op de markt. Wat verkopen jullie daar?
Het begon met zacht fruit. Beerenobst op z’n Duits, bijvoorbeeld frambozen en bramen. We wilden graag een biodynamische boerderij zijn en dus moesten we er ook dieren bij gaan houden. Sinds 2010 hebben we er daarom schapen en kippen bij. Op de markt verkopen we dus fruit, eieren, kip- en lamsvlees. Daarnaast leveren we ook aan de biologische supermarktketen Bio Company in Berlijn.
Wanneer ben je biodynamisch?
Je probeert zoveel mogelijk alle voorzieningen uit je eigen bedrijf te halen zodat er een soort kringloop ontstaat. Zo gebruiken we de kippenmest voor eigen land, iets dat je zomaar niet voor elkaar krijgt. We worden er jaarlijks op gecontroleerd en we gaan de goede kant op.
Waarom zijn jullie ooit naar Duitsland gegaan?
In Nederland hadden we al samen een bedrijf voor marktonderzoek en we kwamen er achter dat we allebei niet tot ons pensioen achter een bureau wilden blijven zitten. In Groningen zijn we begonnen met frambozen kweken, maar er was niet veel ruimte voor groei en bovendien was de grond daar erg duur. Nu wonen we op een prachtig stuk Duitsland dichtbij Berlijn. Ik vind het ook wel stoer om in de voormalige DDR te wonen.
Zaten jullie Oost-Duitse buren wel op jullie te wachten?
Het was in het begin wel wennen. Na de hereniging zijn er best veel Nederlanders hier naartoe gekomen om te investeren in grote landbouwbedrijven en daar zijn de bewoners in de regel niet zo blij mee. Die denken: ‘ze komen hier alleen om geld te verdienen’. Toen bleek dat we ons hier met het gezin gingen vestigen, werd daar positief op gereageerd.

Hoe is jullie band met de omgeving nu?
De bewoners blijven wel anders hoor. De mensen zijn hier wat meer op zichzelf en gaan bijvoorbeeld niet zo snel op vakantie. Daarom zijn we ook buiten het dorp gaan wonen. Zo kunnen we onszelf blijven. Het is niet zo dat we ons volledig afsluiten. Ieder jaar organiseren we een feest op de boerderij waar veel mensen uit het dorp op af komen. Er is muziek, eten en drinken en de bezoekers kunnen een rondleiding krijgen. Dat draagt weer bij aan het gevoel dat wij er echt zijn om te wonen.
Geven Duitsers wel om biologisch eten?
Nou, in Berlijn wel, dus het is niet heel toevallig natuurlijk dat we er in de buurt zitten. Daar zitten onze afnemers. We gaan er iedere zaterdag naartoe om te verkopen in Markthalle Neun in de wijk Kreuzberg. Daarnaast leveren aan biologische supermarkten in de stad. We halen het platteland naar de stad.
Waarom loopt ‘bio’ in Berlijn zo goed?
Het is een hippe stad en een soort eiland in Duitsland. We merken een bewustheid onder de mensen over wat ze eten. Producten uit de regio is voor veel mensen belangrijk. Voor sommigen is het echt een levensstijl.
Wat doen jullie anders dan Duitse boeren?
We zijn hier omringd door hele grote landbouwbedrijven. Vergeleken met de Duitse bedrijven zijn wij met onze 22 hectare net een postzegel. Ze hebben zoiets van: ‘Wat doe je hier?’ Dat merken we als we iets moeten laten doen door een loonbedrijf. We zijn steeds als laatste aan de beurt. Daarnaast zijn er in de buurt geen biodynamische bedrijven als het onze. En je hebt de bureaucratie. Die is hier vreselijk. We hebben kast vol ordners met papierwerk, bijna alles gaat nog via de fax. Je merkt dan echt dat het een ander land is.
Kan je daar ook nog je voordeel mee halen?
Voor Duitse begrippen zijn we heel transparant. Op onze website staat precies wat we allemaal doen en iedereen is vrij om een kijkje te komen nemen. Iedereen is welkom en dat is voor veel Duitsers een vernieuwende aanpak.