
Zo’n vijf jaar geleden – 13 juli 2009 – ondertekenden topmannen van grote Duitse bedrijven als Deutsche Bank, Eon, RWE en Munich Re een document waarin ze beloofden samen het Desertec-plan te willen uitvoeren. Het concept behelsde een enorme investering in duurzame energie in woestijnregio’s in het Midden-Oosten en Noord-Afrika.
Tot 2050 zou er 400 miljard euro klaarstaan om daarmee energie-export naar Europa mogelijk te maken. Uiteindelijk zou hiermee 15% van Europa’s energiebehoefte worden gedekt.
Desertec gaat door, maar minder ambitieus
Het project zou worden gecoördineerd door het bedrijf Desertec Industrial Initiative (Dii) in München met de Nederlander Paul van Son als manager. Hij verruilt de directiestoel nu voor een baan bij energiereus RWE. Hoewel enkele belangrijke partners van Desertec de afgelopen tijd wegliepen, gaat het project wel verder – zij het minder ambitieus. Woensdag bereikten RWE, Munich Re, Enel en Abengoa Solar een akkoord om zich voortaan enkel nog op Egypte, Marokko, Saudi-Arabië en Turkije te concentreren.
Zijn vertrek ziet Van Son niet als een nederlaag, zegt hij in Die Zeit. “De pioniersfase is voorbij. In 2009 ben ik begonnen met Dii op te bouwen. Het ging er om dat we de plannen zouden ontwikkelen. Daarmee hebben we veel bereikt, we hebben woestijnstroom salonfähig gemaakt.”
Te hoge verwachtingen
De Nederlander ruimt het veld om plaats te maken voor een topman ‘die Arabische wortels heeft’ om daarmee de projecten beter te kunnen uitvoeren. Van Son gaat in op een aanbieding van RWE om in Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Turkije waar hij de markt gaat verkennen en projecten ontwikkelen. “Zoiets heb ik 15 jaar geleden ook gedaan met windenergie in Duitsland toen ik nog voor het Nederlandse Essent werkte.”
Critici stellen dat Van Son met Desertec weinig bereikt heeft, zo staat er nog nergens een groot voorbeeldproject. De verwachtingen rond Desertec waren dan ook te hoog, zegt Van Son nu. “We dachten toen: je plaats een paar flinke zonnepanelen in de woestijn. Kabeltje leggen naar Europa en klaar.”
Mega is niet per se goed
Maar dat is een achterhaalde denkwijze volgens de Nederlander. “Concentreer je niet op ‘mega’. Stem liever de lokale vraag en aanbod op elkaar af en pas daarop de grootte van het project aan. De lokale bevolking moet mee kunnen profiteren, met onderwijs, banen en aandelen. Zo wordt het ook hun project.”
Zonnepanelen in de woestijn, zoals hier in Marokko.
Wat Desertec volgens Van Son de afgelopen jaren wel heeft bereikt is dat er überhaupt nu overleg is met de lokale overheden. “Destijds liepen niet alle landen warm voor duurzame energie, dat is nu anders.”
Het thema duikt inmiddels ook op in Noord- en Zuid-Amerika en China. “Daarmee hebben we bewezen dat het geen neo-koloniaal showproject is. Bovendien hebben we met wetenschappelijke instituten als Fraunhofer nu veel expertise hebben verzameld waarmee we aan de slag kunnen in de regio.”
Internationaler
Toch galmt de kritiek na over dat enkele belangrijke partners Dii verlaten hebben. “We zijn met 11 Duitse bedrijven begonnen”, zegt Van Son. “Inmiddels zijn het er 50. Het klopt dat een aantal grote Duitse concerns vanwege de financiële crisis over een nieuwe bedrijfsstrategie hebben gezegd: Desertec is niet meer ons ding. Ik vind het belangrijk om te zeggen dat onze nieuwe partners Dii internationaler maken en ook echt wat in te brengen hebben.”
Duitslandnieuws over duurzame energie
- Dramatische cijfers voor Duitse energiereuzen Eon en RWE »
- Duitsland kan met groene stroom heel Nederland voorzien, dat kost wel wat »
- Adviseur Merkel: Duitsland moet het zonder vervuilende kolen doen »
- 10 Redenen waarom de Duitse Energiewende zo complex is »
- Alle artikelen over het thema Energiewende »