
“Als zij het roer overneemt, dan gaat het bedrijf failliet”, voorspelde een familielid toen Ingrid Brand-Friedberg de leiding van de Gelsenkirchse schroevenfabrikant August Friedberg overnam. Ze was toen 23 jaar en was net klaar met haar studie economie. Een paar dagen eerder was haar vader gestorven en de familie wilde haar op de directiestoel zetten.
Van mijnbouw naar windenergie
Nu, 43 jaar later, zit Ingrid Brand-Friedberg nog altijd op die stoel. In tegenstelling tot de laag gestemde verwachtingen heeft ze het goed gedaan. Bijzonder goed zelfs. De omzet is in die jaren acht keer zo groot geworden naar meer dan 100 miljoen euro per jaar. Het aantal medewerkers groeide van 300 naar 450.
Aan de basis van dat succes stond haar toekomstvisie. Het bedrijf leverde schroeven en andere onderdelen voor de mijnbouw. De piepjonge directeur zag dat het een andere kant op moest. Ze bouwde het bedrijf om naar wat het nu is: de internationale marktleider voor schroeven in windmolens.
Het is een klein wonder dat het bedrijf überhaupt nog bestaat. Want Friedberg hoorde bij de vele ondernemingen uit het Ruhrgebied die bijna geheel leunden op de kolenmijnen. “We maakten bijna alleen standaard schroeven”, herinnert Brand-Friedberg zich, “en die stonden onder een enorme prijsdruk.” Alle toenmalige concurrenten in de ‘Pott’ – de bijnaam voor het Ruhrgebied – zijn intussen van de markt verdwenen.
Geen toekomst in mijnbouw
Friedberg kon slechts overleven omdat de jonge baas al snel naar haar start inzag dat mijnbouw in Duitsland geen toekomst zou bieden. Al in 1974 richtte ze daarom een tak op bij het Braziliaanse São Paulo, dat voor de Zuid-Amerikaanse markt produceert. Tegelijkertijd zocht ze in andere sectoren naar potentiële nieuwe afnemers.
Al 10 jaar nadat ze het roer had overgenomen, speelde mijnbouw in het in 1884 door de Essense smid August Friedberg opgerichte familiebedrijf geen grote rol meer. Vandaag is het zelfs volledig geschiedenis. Omzet haalt het bedrijf uit de auto-industrie, de machine- en staalindustrie en schroeven voor windmolens.
Wereldmarktleider
In dat laatste segment hoort Friedberg tot de wereldmarktleiders. “Deze techniek heeft ons geprikkeld, omdat hiervoor de eisen bijzonder hoog zijn”, zegt Brand-Friedberg. De schroeven krijgen extreem veel te verduren. Ze moeten in elk jaargetijde storm en regen kunnen doorstaan. Bijna nergens worden sterkere schroeven verlangd dan bij windmolens. “Die strijd heeft ons een technische voorsprong gegeven.”
Inmiddels is ook de windenergie geen branche meer waar het vanzelf gaat, de gouden jaren zijn voorbij. Toch heeft Brand-Friedberg geen spijt van haar keuze om op windmolens in te zetten. “Er waren jaren tussen waar we met 30% groeiden. En er zat geen periode tussen dat het echt tegenzat.” De afgelopen jaren ging de handel op en neer en op dit moment wil ze niet klagen. “Het loopt keurig.”
Gewend aan tegenwind
De directeur is aan tegenwind gewend. Toen ze begin jaren negentig besloot iets met windenergie te gaan doen, wuifden de banken haar voorstel weg. “Hoe kan je nu in zo’n branche investeren”, vroegen de bankiers haar. Windenergie gold destijds als een bevlieging van milieufreaks en niet als serieuze business.
Ook binnen het familiebedrijf klonk kritiek. “Het was voor ons een nieuwe wereld”, herinnert Brand-Friedberg zich. “Maar ik had het gevoel dat hier een reusachtige markt zou kunnen ontstaan.” De directeur sleepte de beslissing er snel doorheen en begon dan maar zonder banken. Al in 1998 beschikte Friedberg over een een gespecialiseerde research & developmentafdeling voor windenergie.
Zonder haar eigen vastberadenheid had Brand-Friedberg het niet gered. Ze was niet voorbereid om leiding te geven. De dood van haar vader kwam plotseling. Ze had nog maar net haar studie economie afgerond en wilde een paar jaar bij andere bedrijven ervaring opdoen. Maar na twee weken in de boekhouding bij een metaalbedrijf te hebben gewerkt, moest ze haar plannen omgooien. Voor haar moeder die als huisvrouw voor het gezin zorgde was de hoogste positie binnen het bedrijf geen optie. En haar jongere zus was niet oud genoeg.
Topvrouwen exotisch
Vrouwen aan de top waren destijds in het ‘Ruhrpott-gebied’ een zeldzaamheid. “Het was een machocultuur. Als jonge vrouw was ik een exoot”, vertelt Brand-Friedberg. “Maar dat was geen nadeel.” Mannen gaan veel emotioneler en onverzoenlijker met elkaar om als er geen vrouw bij is, stelde ze vast. “En dat is nog altijd zo.”
Intussen werkt bijna het hele gezin in het bedrijf. Haar man leidt de Brandenburgse vestiging in Finsterwalde waar schroeven voor de auto-industrie worden gemaakt. Dochter Beatrix (35) werkt al 10 jaar in het bedrijf en klimt steeds verder omhoog.
Nog plannen genoeg
Maar dat betekent niet dat Brand-Friedberg er snel mee wil ophouden. De 66-jarige directeur wijst op haar man die al halverwege de 70 is en nog dagelijks in het bedrijf werkt. “Ik heb nog zoveel ideeën”, zegt ze. Vooral met de fabriek in Brazilië (“mijn baby!”) is ze veel van plan. Windenergie staat er nog in de kinderschoenen, maar sinds 2010 is de capaciteit in het land verdriedubbeld. De kansen die daar liggen wilde schroevenkoningin uit het Ruhrgebied niet aan zich voorbij laten gaan.
Bron: WirtschaftsWoche
Duitslandnieuws over de Mittelstand
- Duitse hardware start-ups moeten label ‘made in Germany’ opfrissen »
- Amerikaanse start-up valt Gillette en Wilkinson aan met Oost-Duitse scheermesjesfabriek »
- Duitse Mittelstand verwacht kwart miljoen nieuwe banen in 2014 »