Het gaat goed met Duitsland, maar de Nederlandse maakindustrie, zoals toeleveranciers uit de metaal, rubber- en kunststofsector en technisch dienstverleners profiteren er nog te weinig van, analyseert ING in een maandag verschenen rapport. Duitse fabrikanten vinden hun toeleveranciers meer en meer ten Oost-Europa.
Nederland moet verschil maken
De bank onderzocht de mogelijkheden voor Nederlandse bedrijven om zich een sterkere positie te verschaffen op de Duitse markt. ‘Nederlandse’ eigenschappen kunnen uiteindelijk het verschil maken, denkt de bank. “Sleutelbegrippen voor toeleveranciers zijn: betrouwbaarheid, voorspelbaarheid, flexibiliteit en efficiëntie. Het zijn begrippen waar Nederlandse industriebedrijven gemiddeld goed op scoren.”
De high-tech keten in Nederland heeft zich de afgelopen jaren sterk ontwikkeld via het model van ‘open innovatie’, schrijft ING. “Voor de meest complexe technologische innovaties is dit een krachtig model, waar ook Duitse bedrijven baat bij kunnen hebben.”
‘Made in Holland’ onbekend
Maar in Duitsland is het begrip ‘Made in Holland’ niet erg bekend, bleek uit een rapport van de Nederlandse ambassade in Berlijn afgelopen zomer. Ambassadeur Monique van Daalen presenteerde het onderzoekt in september en pleitte voor meer zichtbaarheid van Nederlandse bedrijven.
Op z’n Duits
Maar als Nederlandse bedrijven willen zakendoen met Duitse bedrijven zal echter eerst gewerkt moeten worden volgens de Duitse eisen en wensen. Pas na langdurige samenwerking ontstaat het vertrouwen en raken Duitse opdrachtgevers overtuigd van de positieve kant van de ‘Nederlandse’ eigenschappen.
De bank schrijft dat wanneer ondernemers succesvol willen worden in Duitsland ze ‘een gefocuste strategie en commitment’ nodig hebben. “Business komt vaak pas na een meerjarige investering van tijd, geld en energie. Het volgen van het Duitse proces en de Duitse gebruiken is essentieel om zaken te kunnen doen met onze oosterburen.”
Taak voor overheid
ING stelt dat voor het benutten van kansen in Duitsland ambitieuze ondernemers nodig zijn. “Maar bij het ondersteunen van ondernemers bij de eerste stappen en het vergroten van de zichtbaarheid van Nederland in (Zuid-)Duitsland ligt een belangrijke taak voor overheden, brancheverenigingen en clusters van bedrijven. Intensivering van dit beleid is nodig.”
