
Kees de Vries houdt van klare taal. Zo is hij altijd de nuchtere Hollander gebleven, geboren op de West-Friese klei van Nibbixwoud. Maar voor de rest is hij een volledig ingeburgerde Duitser. Begin jaren negentig besloot hij met een paar broers, zussen en zijn gezin naar Oost-Duitsland vertrekken om daar zijn geluk te beproeven als boer. Nu – ruim 20 jaar later – zit hij voor de CDU en zijn regio Saksen-Anhalt in de Bondsdag in Berlijn.
Fris uit de provincie
De Vries zit achter zijn bureau in een van de oudere parlementsgebouwen van Berlijn. Ook ruim drie maanden na de verkiezingen is hij nog altijd overweldigd van wat er hier in de Duitse hoofdstad allemaal op hem afkomt. “Voor iemand die fris uit de provincie komt, is het hier een chaos waar ik mijn weg nog in moet vinden”, geeft hij toe. “Zonder medewerkers was ik verloren.”
Werkloosheid Spanje gaat ons aan
De Vries is weliswaar landbouwdeskundige, maar dat wil niet zeggen dat hij geen aandacht heeft voor andere onderwerpen. “Je wordt echt niet gekozen als je alleen maar over een onderwerp een mening hebt.” Eén onderwerp springt er daarbij uit: dat is de enorme jeugdwerkloosheid in de EU.
“Een werkloosheid van meer dan 50% in Spanje is een probleem dat ons allen aangaat.” Het is volgens De Vries niet alleen een persoonlijk drama voor een groep jonge mensen die Europa straks hard nodig heeft als de vergrijzing echt toeslaat. Het is ook nog eens gevaarlijk als de wanhoop onder deze jongeren omslaat in nationalisme en buitenlanderhaat.
De boer van Nederlandse komaf gelooft niet dat het snel tot nieuwe oorlogen zal komen in Europa, maar van de andere kant mag vrede ook niet als iets vanzelfsprekends worden gezien. “Vooral de jeugd gaat daar te makkelijk van uit.”
Jeugdwerkloosheid prioriteit
Het aanpakken van de jeugdwerkloosheid in landen als Spanje, Italië en Griekenland moet volgens De Vries dan ook de hoogste prioriteit krijgen, ook bij zijn baas bondskanselier Angela Merkel. Duitsland heeft volgens hem tot nu toe – net als veel andere landen – teveel de eigen belangen op de voorgrond gesteld. Het gaat vrijwel altijd om behoud van arbeidsplaatsen in eigen land, en niet om het maximeren van de werkgelegenheid in de hele Europese Unie. “Het gevolg is dat er nu bijvoorbeeld veel Spanjaarden naar Duitsland komen om werk te zoeken, maar zou het niet beter zijn om het werk naar Spanje te brengen?”, vraagt De Vries zich hardop af.
Eigen industrie minder beschermen
Of subsidies voor zwakke regio’s de oplossing zijn, vraagt De Vries zich af. Hij ziet meer in het afbouwen van bescherming van de eigen industrie. Wat dat betreft is De Vries een echte christelijk-liberaal, die ervan uitgaat dat de overheid zich zo min mogelijk moet inmengen in het economisch proces. Zo gelooft hij ook niet dat Spanje ermee geholpen is als Duitsland overgaat naar een algemeen minimumloon van €8,50 per uur.
Ontslag door minimumloon
In theorie klinkt het weliswaar mooi dat als Duitsers meer verdienen ze ook meer zullen uitgeven aan Spaanse en Italiaanse goederen, maar de praktijk is anders. De Vries geeft het voorbeeld van zijn eigen bedrijf met 20 werknemers. Daarvan verdient een aantal laag opgeleide mensen nu minder dan 8,50 euro per uur.
Wat gebeurt er nou als het minimumloon wordt ingevoerd? “Het leidt er toe dat ik nog eens goed moet kijken naar de productiviteit van mijn werknemers. Loont het bij €8,50 nog wel om ze in dienst te houden, of leidt ik er verlies op?” Het antwoord kent De Vries al. “Het betekent dat ik ofwel 3 van de minder productieve mensen moet ontslaan in ruil voor 2 meer productieve, of ik moet meer automatiseren en ook mensen ontslaan. In beide gevallen betekent het dat mensen die anders een baan hadden gehad nu op straat komen te staan, misschien wel voor altijd. Willen we dat?”
Gentechnologie nuttig
Ook over de landbouw durft agrariër De Vries de discussie binnen zijn eigen partij aan te gaan. “Niet iedereen zal het er mee eens zijn, maar er zijn voorbeelden denkbaar waar ik het nut van genetische modificatie in zie. Neem synthetische insuline, dat al vele jaren wordt gebruikt voor hulp aan suikerpatiënten. Dat was zonder gentechnologie niet mogelijk geweest, en redt vele levens.” Voor De Vries een reden dat de wetenschappelijke vooruitgang op dit punt niet geblokkeerd mag worden. “Maar ik vind wel dat er altijd een duidelijke meerwaarde moet zijn, anders moeten we er niet aan beginnen. En wat voor mij echt taboe is, zijn combinaties van dierlijk en planten-DNA.”
Aan de slag
De verkiezingen waren in september, toch begint voor De Vries en zijn ruim 600 collega-parlementariërs het echte werk pas nu vlak na de regeringsvorming tussen CDU, CSU en SPD.
De Vries heeft vlak voor het interview net zijn eerste bijeenkomst in de parlementaire werkgroep voor landbouw afgesloten, een commissie waarin hij waarschijnlijk een belangrijke rol krijgt. De agrariër is namelijk verantwoordelijk voor het terugkoppelen naar zijn fractie van alles wat besproken en besloten wordt over melk, landbouwonderzoek en biotechnologie. Daarmee heeft hij als lid van de grootste regeringspartij een stevige vinger in de pap bij landbouwbesluiten “Het is net als in Nederland. In de werkgroepen wordt de weg geëffend voor alle politieke besluiten.”
Landbouwsubsidies afbouwen
De biotechnologie is een van de onderwerpen die de komende jaren zijn aandacht zullen vragen. Hetzelfde geldt voor het Europese landbouwsubsidies, iets waar hij van vindt dat er ondanks alle hervormingen van de laatste jaren nog altijd teveel geld nodeloos wordt rondgepompt.
De Vries heeft als melkveehouder in de deelstaat Saksen-Anhalt zelf veel ervaring met het landbouwbeleid in Brussel. Toen hij in 1992 naar Oost-Duitsland kwam, was er ook voor veeboeren veel geld beschikbaar uit Brussel. Mooi, zou je zeggen. Hoe groter je werd, hoe meer subsidie er te incasseren viel.
Subsidie verblindt
Achteraf zegt De Vries echter dat hij zich door die subsidies heeft laten verblinden. “Dat heeft ons bedrijf bijna de kop gekost.” Alles binnen het familiebedrijf was namelijk gericht op groei. De eerste paar jaar ging dat goed, tot er in 1994 een jaar kwam met een hele slechte oogst. Voor het familiebedrijf was dat een gigantische tegenslag. Het normaal gesproken zelf geproduceerde veevoer moest nu worden ingekocht tegen hoge prijzen. De kosten liepen zo ver op dat het bedrijf aan de rand van het faillissement kwam te staan. Ook het familiekapitaal van zijn vader dreigde in rook op te gaan. “Het enige wat mij nog op de been hield waren mijn vrouw en de verantwoordelijkheid voor mijn gezin.”
Boer heeft vaak niets aan subsidies
De Vries kwam er gelukkig door, en overleefde ook nog een tweede rampjaar in 1997. Sindsdien is hij van mening dat subsidies vaak zinloos zijn. Hij noemt als voorbeeld de graansubsidies van 4 cent per kilogram. “Het zijn subsidies waar de boer zelf vrijwel niks aan over houdt. Ze worden grotendeels doorgegeven aan de consument die daar via hogere belastingen zelf weer voor moet betalen. Het is uiteindelijk vestzak-broekzak.”
Daar komt volgens De Vries nog bij dat door de enorme bureaucratie in Brussel veel geld nooit aankomt in de sector. “Ik geef je op een briefje dat van de 45 miljard euro aan landbouwsubsidies een groot deel niet bij de boer aankomt.”
De melkveehouderij heeft daarbij ten opzichte van de akkerbouw grote nadelen. “De akkerbouw heeft weliswaar dezelfde toeslagen per hectare, maar door het grote aantal regels voor de veehouderij heeft deze meer kans gekort te worden. Ik heb bijvoorbeeld een korting van 3% moeten slikken omdat in de kalverstal volgens de richtlijnen te weinig licht was. Dat is typisch zo’n eis die een melkveehouder veel geld kost, waar akkerbouwers geen last van hebben.”
Landbouwgrond verdwijnt onnodig
Een ander probleem dat hem als landbouwspecialist aan het hart gaat, is dat er in Duitsland veel hoogwaardige landbouwgrond onnodig verdwijnt. Het gaat elke dag om 80 hectare die plaats moet maken voor wegen, bedrijventerreinen, natuur en zonnepanelen. “Dat is echt zonde”, zegt De Vries, “en volstrekt onnodig”.
Zo worden er vaak nieuwe bedrijventerreinen opgezet terwijl oude bedrijventerreinen in de buurt staan weg te rotten. Een doorn in het oog van De Vries zijn verder de regels voor verplichte natuurcompensatie. “Het klinkt natuurlijk fantastisch natuurcompensatie, maar wat weinig mensen beseffen is dat een stuk grasland evenveel CO2 omzet in zuurstof als een bos. En toch moet dat grasland verdwijnen omdat het niet voldoet aan de klassieke beleving van natuur.”