
De werkgevers en werknemers zijn het afgelopen week eens geworden over een minimum uurloon van 7,75 euro per uur, dat vanaf 1 juli dit jaar ingaat. Dat is minder dan het geëiste 8,50 euro per uur, maar in het akkoord staat ook dat het uurloon in drie stappen zal stijgen naar 8,75 euro per uur in december 2016. Dan ligt het dus al wel hoger dan het landelijke algemeen minimumloon van 8,50 euro dat pas in 2018 in moet gaan.
Verrassend akkoord
Het akkoord tussen de vakbond Nahrung-Genuss-Gaststätten (NGG) en werkgeversverband (BDA) kwam als een verrassing, omdat beide partijen in december de onderhandelingen nog hadden afgebroken. Op initiatief van voorzitter Ingo Kramer van de landelijke werkgeversorganisatie BDA werd het mandaat aan de kant van de werkgevers overgenomen door het meer politiek ervaren ANG van de VdEW. Daardoor was er alsnog een doorbraak mogelijk, zo klonk het uit beide kampen.
In West-Duitsland kunnen de meeste werknemers al rekenen op een dergelijk bedrag, vooral de slachters in Oost-Duitsland gaan er dus op vooruit. De belangrijkste bepaling in het verdrag is dat het uurloon ook gaat gelden voor wat onderaannemers betalen aan hun flexkrachten. Dat zijn nu vaak Oost-Europeanen waar bedragen tussen de 3 en 5 euro per uur geen uitzondering zijn. Die laatste groep vertegenwoordigt inmiddels driekwart van alle werknemers.
Schandalen
De schandalen in de Duitse vleesindustrie stapelden zich de laatste jaren op. Beschimmeld vlees dat door goed vlees werd verwerkt, rundvlees dat mogelijk paardenvlees was. Maar de verhalen over de arbeidsomstandigheden van werknemers in de fabrieken echoden het meeste na. Vaak betrof het Oost-Europeanen die lange dagen maakten, hard moesten werken, ondergebracht werden onder erbarmelijke omstandigheden en vervolgens ontvingen ze een schamel uurloon van enkele euro’s.
Behalve het uitbuiten van de Oost-Europese werknemers, kende deze praktijk ook andere nadelen. Duitse slachters waren al uit de fabrieken verdwenen omdat ze te duur waren. Slachterijen uit omringende landen, waaronder Denemarken en Nederland, verplaatsten deels hun productie en soms zelfs de complete fabriek naar Duitsland. Door de ‘dumplonen’ gingen in Nederland de afgelopen jaren duizenden banen verloren.
Bezinning
De opstapeling van schandalen in de media noopte de Duitse vleesindustrie tot bezinning, zei Karin Vladimirov van de vakbond NGG eerder tegen Duitslandnieuws. Hoewel de Duitse regering in december in het coalitieakkoord vastlegde om vanaf 2018 een minimumloon van 8,50 in te voeren, werden deze onderhandelingen los daar van in oktober ingezet. Het was voor het eerst dat er landelijk gepolderd kon worden. Oorzaak, de werkgevers hadden zich nooit verenigd in een nationaal verband.
Het akkoord moet nog ondertekend worden, dus een woordvoerder van NGG houdt nog een slag om de arm of het daadwerkelijk doorgaat. Maar inmiddels is vanuit beide kanten opgelucht gereageerd. “We zijn blij dat het akkoord gesloten is”, zei BDA-directeur Reinhard Göhner zaterdag tegen Frankfurter Allgemeine Zeitung.