
De grootste zorgen gelden voor West-Duitsland. Daar ligt het aantal op 23 procent . Daarentegen heeft in Oost-Duitsland elke zevende vrouw boven de 40 jaar geen kinderen, maar ook daar schiet het percentage de laatste jaren omhoog.
Hoogopgeleid
Wat in het bijzonder opvalt is het aantal hoogopgeleide vrouwen zonder kinderen. In de leeftijdscategorie 45 tot 49 jaar van vrouwen die hoger onderwijs hebben genoten, is in West-Duitsland zelfs 30 procent kinderloos. Intussen gaat ongeveer de helft van de jonge vrouwen studeren, wat zou betekenen dat in de toekomst alleen maar meer vrouwen geen nageslacht krijgen. Onder niet-hoogopgeleide vrouwen is de kinderloosheid 20%.
Toch is er een lichtpuntje. Omdat jonge vrouwen op dit moment gemiddeld meer kinderen hebben dan voorgaande generaties in dezelfde leeftijd, zal het aantal hoogopgeleide vrouwen die definitief geen kinderen krijgen weer dalen, stelt de voorzitter van het Statistischen Bundesamt Roderich Egeler in Handelsblatt. “Maar deze mooie trend neemt niet weg dat we moeten wegkijken van de kinderloosheid onder West-Duitse hoogopgeleide vrouwen.”
Gemiddeld krijgt een Duitse vrouw momenteel 1,4 kind. In Nederland schommelt dit volgens het CBS rond de 1,7 à 1,8 kind per vrouw. Het aantal geboorten bevindt zich daarmee in beide landen al enige tijd onder het niveau waarop de bevolking zichzelf op den duur kan vervangen (ca. 2,1 kinderen per vrouw).
Steeds later kinderen
In de jaren ’60 kregen Duitse vrouwen gemiddeld 2,5 kinderen. In recordjaar 1964 werden er 1,4 miljoen baby’s geboren, in 2012 was dit nog half zo veel. Het dieptepunt van 1,2 kind per vrouw is voorbij, dat was zo in de jaren ’90. “Voor een stabilisering is het vooral nodig dat vrouwen hun zwangerschap niet steeds naar een latere leeftijd verschuiven”, zegt Egeler. Op dit moment is een vrouw gemiddeld 29 jaar oud als het eerste kind wordt geboren. In de jaren ’70 was dit met 24 jaar.
Toch zijn niet alle statistici zo somber. James W. Vaupel bijvoorbeeld, directeur van het Max-Planck Institut voor demografisch onderzoek in Rostock, is er van overtuigd dat in Duitsland, net als in de Scandinavische landen – het geboortecijfer weer stijgen kan. “De voorwaarde is, dat de samenleving het mogelijk maakt dat vrouwen werk en kinderen kunnen combineren, dat de arbeidsomstandigheden flexibeler worden en dat mannen ook meer meehelpen”, zo stelde hij onlangs in Handelsblatt.
Onenigheid
Binnen de onderhandelingen rond een nieuwe coalitie leidt dit tot een grote discussie. Over de manier waarop voor kinderen moet worden gezorgd en welke rol de overheid en ouders daarin spelen, is nog geen overeenstemming. CDU pleit voor een uitbreiding van een zorgbudget waarmee ouders en grootouders betaald kunnen worden. De SPD ziet dat als aanrechtsubsidie en wil deze maatregel afschaffen ten behoeve van uitbreiding van de kinderdagverblijven.