Dr. Jochen Köckler vindt dat juist de universiteiten en hogescholen van Nederland zich moeten komen laten zien op de Hannover Messe, de grootste industriebeurs ter wereld. Dat zegt de topman van de Messe woensdag in een interview met ScienceGuide. Nederland zal tijdens de komende editie in 2014 centraal staan, en dat biedt grote kansen volgens Köckler. “Deel je kennis met de avant-garde van de hightechindustrie, het wetenschappelijk onderzoek en de kennisorganisaties wereldwijd. Juist omdat de Duitse top Nederland niet kent als kennisnatie, telt deze kans meer dan dubbel.”
‘Made in Holland’ is onbekend
In september presenteerde de nieuwe Nederlandse ambassadeur in Berlijn Monique van Daalen een rapport dat deze stelling volledig onderschrijft. De economische reputatie van Nederland in Duitsland is zeer matig, zo blijkt uit het onderzoek waarvoor 73 hooggeplaatste personen uit het bedrijfsleven, politiek en wetenschap werden ondervraagd. De Nederlandse landbouwsector is in Duitsland wel bekend, maar wordt gezien als ‘niet duurzaam en sterk industrieel’.
Die perceptie heeft ook een negatieve werking voor andere Nederlandse bedrijven. Bovendien zijn Nederlandse merken of bedrijven nauwelijks bekend. Alleen Philips ontspringt die dans. Bij gebrek aan een diepere kennis over de economische structuren in Nederland hebben de ondervraagden nauwelijks associaties met innovatie en branches zoals hightech, automatisering, medische technologie, ruimtevaart en andere topindustriesectoren. Ook bleek uit het onderzoek dat Nederland niet wordt gezien als een land dat opvalt op het gebied van wetenschap. Ook werd er geklaagd dat Nederland zich te weinig laat zien op beurzen.
Partnerland
Messe-topman Jochen Köckler was deze week in Den Haag om de overeenkomst te tekenen met de regering over de rol van Nederland als partnerland van de Hannover Messe. Naar deze beurs komen jaarlijks bijna 250.000 mensen uit heel de wereld. “Na China in 2012, en Rusland in 2013 is Nederland nu onze partner. We hebben een bijzondere relatie, zowel economisch als cultureel.”
Waarom die keuze voor Nederland? Na China en Rusland ligt eerder Brazilië of India voor de hand.
“Het was een bewuste keuze. Als wereldwijde Messe van de hightechindustrie kijken we zeker naar de potentie van de BRIC-landen. Rusland en China zo direct na elkaar was ook om die reden gekozen. Maar juist daarom was onze blik vervolgens erop gericht om de buren in beeld te houden. De relatie van Duitsland met Nederland laat de wereld zie hoe we binnen de EU echt als beste voorbeeld zijn gegroeid, wereldwijd laten zien van wat nauw samengaan kan betekenen. De uitwisseling van kennis, van culturele inspiratie tussen onze twee buurlanden is uitzonderlijk.
Bovendien is het na grote naties als China en Rusland geen toeval dat een klein land nu partner is geworden. Uw oppervlakte mag klein zijn, voor ons als Messe van de hightech is dit partnerland wel een alliantie met één van de grote exportnaties ter wereld. En bovendien één op het hoogste niveau. Dat geldt zowel voor de kwaliteit als de kwantiteit van die exportprestaties.”
Bij de ondertekening zei u dat onderzoek de basis is voor hightech. Hoe vertaalt zich dat op de Messe?
“Buitengewoon concreet. Een volledige hal is gewijd aan ‘Research & Development’ (R&D). Daar komen de universiteiten samen en presenteren zich. Uiteraard ook de Fachhochschulen en de bedrijven die met het hoger onderwijs samenwerken. Bovendien bieden we veel ruimte aan promovendi en start-ups in de kennissector om hun kennisprojecten te presenteren.
De toppers uit de hightechindustrie wereldwijd laten we daar rondkijken. Wat speelt er? Wat zijn de nieuwe concepten? Waar zit de nieuwste kennisvernieuwing en wie zijn dat? Met wie kunnen we samen veel meer leren, ontwikkelen, doen? Met wie willen partnerschappen ontwikkelen?
Wat in deze R&D-hal gebeurt willen wij nog veel sterker zien te ‘internationaliseren’. Het is mij nu nog ‘alles viel zu Deutsch’. En we willen het ook niet te disciplinair opgezet zien, dat is te beperkt. Deze hele hal draait om het verbinden aan elkaar, de integratie van hoger onderwijs en industrie.”
Wat zijn de kansen voor het Nederlandse onderwijs op de beurs?
“Kom gewoon! Laat uw beste idee, uw beste mensen uitdagen en toetsen. Want bij ons kunt u alles laten zien aan wereldwijd toonaangevende bedrijven. Met u als partnerland is 2014 hèt jaar voor Nederlandse ‘Fachhochschulen’ en universiteiten om in onze R&D-hal het beste te laten zien wat ze hebben. Zij moeten ook zeker hun partnerinstellingen van elders in de wereld daarin meenemen. Laat zien wat jullie samen ontwikkelen.”
Nederland en Duitsland zijn allebei hard op zoek naar bèta-techtalenten. Biedt de Messe daar ook een podium voor?
“Jonge mensen enthousiasmeren voor bèta-techniek, wat is er mooier? En het is zó nodig. Op de Messe doen we al het één en ander, maar laten we met alle creatieve ideeën vanuit Nederland daar nog veel meer mee doen. Die jongeren moeten weten dat hen geen smerige fabriekshallen meer wachten staat, geen vieze handen vol teer of olie die ze na afloop van hun klus moeten zien schoon te vegen. Dat hele beeld is toch volstrekt uit de tijd?”
Nederland en Duitsland zijn hier in samen actief en worden er ook samen in uitgedaagd op de wereldmarkten van kennis en industrie. We hebben beide een unieke combinatie: we zijn exportnaties in de wereldtop die beide een sterke interne positie kennen, als landen met een ‘Standort’ en een sterke omgeving van economie en industrie.
Dit artikel is met toestemming deels overgenomen van ScienceGuide
