De verkiezingsprogramma’s hebben zo’n beetje alle Duitse politieke partijen mooie woorden over voor de Energiewende, de versnelde overgang naar duurzame energie in Duitsland. ‘De grootste uitdaging van het land’, stelt de unie van CDU en CSU en de SPD rept van een ‘enorme sprong voor de economie’.
‘Mooi’ en ‘pathetisch’, maar we schieten er niets mee op, zeggen de Duitse industriëlen, verzameld in het BDI. Zij willen de Duitse energiepolitiek nieuw elan geven en hebben daar een conceptplan voor geschreven.
Zelf vermarkten
De Energiewende is tot stilstand gekomen, doordat de energieprijs te duur is geworden stelt het BDI. Kern van het plan is dat Duitsland af moet van de gelijk geschakelde vergoedingen die de prijs nu enorm opdrijven. In plaats daarvan zouden de aanbieders hun groene stroom zelf op de markt moeten brengen. Daarmee zouden alleen de goedkoopste aanbieders overeind blijven.
Ook wil het BDI dat gas- en kolencentrales strategische stroomreserves opbouwen. Bedrijven zouden via een veiling toegang tot deze markt moeten krijgen.
Noodzakelijke hervormingen
Het is de industriëlen ernst om snel de hervormingen door te voeren, vertelt BDI-voorzitter Markus Kerber in Handelsblatt. “De nieuwe regering moet binnen hun eerste 100 dagen met alle spelers op de energiemarkt een betrouwbaar stappenplan maken om de meest noodzakelijke hervormingen door te voeren. Ons plan biedt daarvoor een solide basis.”
De uitdagingen zijn groot. Aan de ene kant exploderen de kosten om groene energie op te wekken. Anderzijds brengt het minder op door de premie op ecostroom ten opzichte van energie uit gas en kolen die voor de stabiliteit van de stroomvoorraad wel van belang zijn.
Breed draagvlak
De charme van het BDI-plan is dat het veel verschillende sectoren met tegenovergestelde belangen samenbrengt. “Het is met alle 38 BDI-ledenverbanden afgestemd”, vertelt Kerber. Niet alleen de bedrijven die onder de stijgende energiekosten lijden, maar ook ondernemingen die van de Energiewende profiteren. Zo begrenst het plan aan de ene kant de stijging van de stroomprijs, maar het verdringt aan de andere kant de Energiewende zelf niet.
Volgens de industriëlen kan de nieuwe regering niet om hun plan heen. “Blijft alles bij het oude, dan dreigen nog hogere stroomprijzen die een gevaar vormen voor de economie.”
Lobbyist Rob Meines van Meines & Partners verwacht dat de Duitse politiek de industrie wel tegemoet komt. Dat zei hij donderdagmorgen op BNR Nieuwsradio. “Het is vooral een technisch probleem. Ik denk dat we van die heffingen af moeten waardoor de energieprijzen eigenlijk automatisch stijgen. Dus de Energiewende wordt wel doorgezet, maar misschien met enige vertraging dat die laatste kerncentrale een paar jaar later dichtgaat. Maar principieel denk ik niet dat daar veel aan zal veranderen.”
Nederland is de dupe
In Nederland is van een Energiewende in veel mindere mate sprake, zo is er geen afspraak om helemaal van kernenergie af te stappen. Toch heeft het Duitse besluit grote invloed in Nederland. Zo stelde het economisch bureau van ABN Amro eerder deze maand dat de Duitse vergroening, verduurzaming in Nederland zelfs in de weg staat.
Misgelopen inkomsten
In Duitsland is regelmatig sprake van overschotten van windenergie. Dit komt dan voor een zacht prijsje of zelfs gratis naar Nederland. Dat klinkt gunstig en is in eerste instantie ook goedkoper voor de Nederlandse consument. Maar hierdoor lopen Nederlandse energieleveranciers inkomsten mis waarmee ze de Nederlandse Energiewende willen betalen.
Door die overcapaciteit uit Duitsland worden Nederlandse gas- en kolencentrales vaker stilgelegd. Energiebedrijven die in het verleden gokten op hoge winsten uit deze centrales, zitten nu met enorme verliezen. Het Zweedse Vattenfall heeft al 4,3 miljard euro moeten afboeken wegens verliezen bij dochteronderneming Nuon. Het Duitse RWE boekte om dezelfde redenen 3 miljard euro af bij dochterbedrijf Essent.
Beter samenwerken met Duitsland
Maar de energiebedrijven in Nederland moeten volgens het onlangs afgesproken energieakkoord grote investeringen doen om te verduurzamen. Het is dus de vraag of ze nu de doelstellingen wel kunnen halen. ABN Amro pleit daarom voor een verdergaande samenwerking met Duitsland. Op dagen dat Nederland een overschot aan stroom heeft met de gas- en kolencentrales, zou dit naar Duitsland kunnen worden getransporteerd. “Voorwaarde is wel dat dit op economisch, ecologisch en sociaal verantwoorde wijze gebeurt”, stelt ABN Amro.